wordt, zover uit de stam als de kroon groot is. 4. Reconstructie van wegen. Door de toename van het auto verkeer en het vaak ten onrechte op de voorgrond schuiven van de belangrijkheid ervan, moeten rijbanen soms worden verbreed. De bomen moeten wijken, of, als ze blijven staan, kunnen toestanden optreden als sommigen van die, beschreven in de punten 1 en 2. 5. Gladheidsbestrijding. Om ijzel en sneeuw te doen verdwijnen wordt wegenzout gebruikt. Een deel van het zout komt tegen en rond de boom te liggen, waarna het in opgeloste toestand de grond binnen dringt. Wortels worden aantgetast met als gevolg stagnerende groei of volledige sterfte. 6. Beschadigingen door het verkeer. Het verkeer veroorzaakt door aanrijdingen schade aan de bomen. Een kleine aanrijding is maar nodig om de bast te beschadigen. Wanneer deze schade niet tijdig behandeld wordt treedt inrotting op, wat veelal van buiten af moeilijk te constateren is, maar langzamer hand de dood van de boom tot gevolg kan hebben. 7. Onoordeelkundig bege leiden of snoeien van bomen. Een boom wordt plantrijp gemaakt op een kwekerij. Via zaaien, stekken, enten of afleggen worden de bomen opgekweekt. Gedurende een aantal jaren worden ze in hun groei begeleid. Vervolgens worden ze gerooid. Na af levering door de kweker wordt een boom geplant in een plantgat van minimaal 150 x 150 x 100 cm. De omliggende grond moet zo bewerkt worden dat allerlei groeifactoren zo optimaal mogelijk worden. Verder bestaat de mogelijkheid om gelijktijdig met het planten een draineerbuis om de boom te leggen voor beluchting, bemesting en waterhuishouding. Tevens wordt een paal geplaatst die de boom beschermt tegen omwaaien. De boomband, die boom en paal bij elkaar houdt, moet regelmatig gecontroleerd en gecorrigeerd worden. 8. Vernielingen door de mens Hier is bijna geen middel tegen opgewassen. Het enige dat gedaan kan worden is de 10 mensen meer bewust te maken van het nut en de waarde van bomen en ander groen door voorlichting. Bij al de genoemde oorzaken van beschadiging moet het opvallen, dat de meeste zich niet voor het oog zichtbaar afspelen maar onder de grond. Het is ook het belangrijkste dat onder de grond de groeiomstandig- heden zo optimaal mogelijk gemaakt worden, teneinde van alles dat boven de grond uitsteekt te kunnen genieten. Naast problemen die in de bebouwde gebieden voorkomen kunnen zich ook problemen op het platteland voordoen. Vaak zijn de problemen identiek. De bomen hebben het moeilijk om samen met mensen te leven, maar als het nut en de waarde van bomen door een breed publiek onderkend worden, dan zal ook onderkend worden dat het verschijnsel boom, zowel in het „stadsschap" als in het land schap, geen luxe is maar pure noodzaak en zal er zuiniger mee worden omgesprongen. Het inkerven van initialen in de stam is een van de meest voorkomende vormen van vandalisme aan bomen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1987 | | pagina 10