Bomen in dorpen en steden
door W.J.J. de Koning
Waarde en nut
Hoofd afdeling beplantingen,
gemeente Goes
Grenslinde aan de rand van Kapelle.
Deze waardevolle boom heeft enkele
jaren geleden een flinke opknapbeurt
gehad.
Een boom planten is:
een blijk van vertrouwen in de
aarde;
een daad van hoop op de
toekomst;
een handeling van naastenliefde
jegens de toekomstige geslachten,
die van zijn vruchten zullen
genieten
wanneer wij er met meer zijn
Louis Sebastiaan Mercier
(1740 - 1814)
8
Groen is noodzakelijk om een
stad leefbaar te houden. Het zijn
de bomen die van grote, zo niet
overheersende betekenis zijn in
de groenvoorziening. Bomen
brengen de omgeving terug in
een schaal die de mens als
natuurlijk wezen aanspreekt.
Een overvloed van beton en
steen is daarmee in strijd. Willen
de huidige en de in de nabije
toekomst door onze generatie te
bouwen woonwijken aanvaard
bare woonplaatsen blijven voor
ons nageslacht, dan zullen daarin
zoveel mogelijk bomen moeten
worden geplant, zodat we als
het ware door de bomen de stad
niet meer zien.
De waarde en het nut van
bomen zijn vaak moeilijk in
geld uit te drukken. De waarde
en het nut zitten veeleer in:
De invloed die in esthetisch
opzicht wordt uitgeoefend.
Opname van koolstofdioxyde
uit de lucht en afgifte van
zuurstof.
Tijdens de assimilatie (dit is de
opbouw van de plant) nemen de
bladeren koolstofdioxyde op uit
en wordt zuurstof afgegeven aan
de lucht. Zo produceert een
paardekastanje van 100 jaar
evenveel zuurstof als 10
kastanjes van 10 jaar. Wanneer
er dus een volwassen boom
gerooid wordt, zouden er veel
jonge voor teruggeplaatst
moeten worden om hetzelfde
effect te bereiken.
De filtrering van stof.
Gebleken is dat tot op 30 m
achter een bosrand weinig of
geen stof in de lucht voorkomt.
Iets dergelijks geldt voor straten
met bomen; hier bedraagt het
aantal stofdeeltjes ca. een derde
van dat in straten zonder
bomen, 's Winters fungeren de
fijne twijgen als luchtzeef,
waarop het stof zich afzet en bij
regen afspoelt. De zeefwerking
is groter naarmate de boom
kruin groter is; een boom met
een kroondoorsnede van 10 m
heeft een 100 maal groter opper
vlak aan bladeren dan een boom
met een kroon van 1 m.
De bevordering van lucht-
menging door turbulentie.
De lucht bevat gasvormige
verontreinigingen. Vooral het
koolmonoxyde in de uitlaat
gassen is schadelijk voor mens
en dier. Bomen beïvloeden
luchtstromingen, die gaan turbu-
leren en daardoor de concen
tratie van schadelijke stoffen
verminderen.
De matiging van de tempe
ratuur in de zomer en de
schaduwverschaffing.
De invloed van bomen op de
temperatuur is bekend. Als men
op een warme dag door een
boomrijke straat of een park
loopt, ondergaat men de koelte,