Uit het beheer Crossers Ganzen in Saeftinghe Illegaal motorcrossen vindt plaats langs de gehele West- Zeeuws-Vlaamse kust, zowel op dijken als op stranden en schorren. Uit incidentele gesprekken met strandbezoekers is gebleken dat plaatselijk, met name in het Zwin, tot maximaal 16 crossmotoren in dat gebied rondrijden en daarbij de duintjes als springschans gebruiken. Ze bereiken het Zwin via het smalle wandelpad op de dijk en zelfs het berijden van de koppen van de dijkovergang wordt als een sportieve uitdaging beschouwd. In de periode van 8 januari t/m 9 maart is er een verkennend onderzoek verricht met de bedoeling om meer inzicht te krijgen in frequentie en duur van het crossen. In 61 dagen werd het gebied op minimaal 19 dagen door totaal 43 crossers bezocht, of, anders gezegd: gemiddeld werd in het Zwin 2,2 keer per week gemotor- crosst, waarbij het ging om gemiddeld 5 crossers per week. In tegenstelling tot sommige geruchten blijkt het motor crossen vooral een Nederlandse aangelegenheid te zijn: slechts 7% van de waarnemingen heeft betrekking op Belgische crossers. De voor de natuur schadelijke crossplaatsen zijn de duintjes, de grote en de kleine strandvlakte. Op deze plaatsen wordt de vege tatie stuk gereden en blijven de diepe rijsporen lang zichtbaar. In de onderzoeksperiode was het zeer koud (in januari waren er veertien dagen dat de tempera tuur ook overdag onder 0 bleef); daarnaast was het Zwin vele dagen niet toegankelijk voor motoren als gevolg van hoge waterstanden. Het aantal crossende motoren zou in andere maanden wel eens veel hoger kunnen liggen dan in de onderzoeksperiode. Inmiddels heeft de Rijkspolitie toegezegd extra aandacht aan dit probleem te zullen schenken. Er dienen maatregelen genomen te worden die er toe leiden dat er in het Zwin niet meer gecrosst wordt. R. Beyersbergen Dat het Verdronken land van Saeftinghe een functie had als rust- en fourageergebied voor ganzen was al langer bekend. Afgelopen winter bleek dit overduidelijk. Het aantal grauwe ganzen dat in het najaar hier neerstreek overtrof aanzienlijk de aantallen van voorgaande jaren. Normaal trekken de grauwe ganzen in november en december naar de winter kwartieren in Zuid-Frankrijk, Spanje en Portugal. Enkele tien tallen exemplaren overwinterden in het gebied. Dit jaar echter overwinterden de grauwe ganzen massaal in Saeftinghe. Eind januari verbleven er naar schatting 10.000 exemplaren. Zij leven hoofdzakelijk van de wortelknollen en de zaden van de heen, maar grazen ook op de schorren. Het is aan de uit werpselen goed te zien wat ze gegeten hebben. Als ze van de wortelknollen gegeten hebben zijn deze chocoladebruin, anders groen van kleur. De grauwe ganzen verlaten het gebied bijna nooit om elders te gaan fourageren. Dit in tegen stelling tot de kolganzen. Een groot deel hiervan komt alleen in Saeftinghe slapen, 's Avonds is een slaaptrek naar het gebied waarneembaar en 's morgens zwermen zij massaal over de omliggende polders uit. Er is ook een duidelijke voedseltrek naar gebieden zoals het Groot Eiland, De Putting en de Yerseke Moer. Tot voor enkele jaren verbleven er overdag slechts enkele honderden kolganzen in het gebied. Omdat de beweiding van de schorren sterk teruggelopen was, waren deze ganzen gedwongen hun voedsel, dat hoofdzakelijk bestaat uit gras en wintertarwe, elders te zoeken. De beweiding met schapen werd door de Stichting ter hand genomen en fors uitgebreid. Het resultaat hiervan is, dat op de beweide stukken de verruiging sterk is teruggedrongen en een aantrek kelijk fourageergebied voor de „kollen" is ontstaan. Afgelopen winter verbleven zij dan ook overdag massaal in Saeftinghe. Het streven van de stichting „Het Zeeuwse Landschap" is de beweiding met schapen uit te breiden naar vier kudden van elk 300 schapen, om op die manier nog meer voedsel en vooral rust aan de over winterende ganzen te verschaffen. Dat scheelt de boeren dan ook jaarlijks vele duizenden kostgangers! Nederland, en met name de „Delta", heeft het voorrecht om een groot deel van de wereld populatie van de wilde ganzen gedurende de winter in huis te mogen hebben. De verwachting is dat het aantal overwinterde ganzen zich nog verder uitbreidt. Het is zaak om opvanggebieden voor deze prachtige vogels te creëren of te vergroten. Het Verdronken Land van Saef tinghe heeft dat potentieel en dat kan, mede dank zij Uw steun, gerealiseerd worden. J. Neve Sporen van cross motoren in de jon duintjes. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1987 | | pagina 14