Wandelingen door het Zeeuwse Landschap: de Zwinweide door M. Jacobusse Er zijn natuurgebieden waar je pas na jarenlang ploeteren de eerste aarzelende resultaten van het gevoerde beheer ziet doorbreken. Groot is dan de voldoening als eindelijk de dieren of planten verschijnen waar je al die tijd op gehoopt hebt. Een enkele keer gebeurt ook het omgekeerde: voordat je ook maar ergens op rekent geven soms heel simpele beheersmaatregelen specta culaire resultaten. Zo'n geval deed zich voor in het terrein waar we onze volgende wande ling hopen te houden: de Zwinweide Toen dit stuk weiland een jaar of vijf geleden door Het Zeeuwse Landschap werd aan gekocht was het- ook in agrarisch opzicht- sterk ver waarloosd. Bijna de helft van het weiland was letterlijk bedolven onder de distels. Die hadden zich massaal gevestigd nadat het gebied een tijdlang geheel aan zijn lot was over gelaten. Ga daar maar eens aan staan als beheerder die aan alle kanten kritisch op zijn vingers gekeken wordt. Nou ja, er waren ook aardiger dingen. Op een hoog, zandig stuk wemelde het van de zeld zame klavertjes. Ruwe, gestreepte en onderaardse klaver en kleine rupsklaver, om er maar eens een paar te noemen. Op het oog zijn het nietige, onaanzienlijke plantjes, maar voor ieder rechtgeaarde florist is het vinden ervan een belevenis. Bovendien werden langs een klein kreekje een paar planten van de lamsoor aangetroffen, waaruit opgemaakt kon worden dat er op die plaats flink wat zoute kwel moest voorkomen. Maar, zoals gezegd: tussen het laagliggende kreekje en de hoge zandige koppen was het één verruigde troep. Het kronkelende greppeltje in de Zwinweide is een restant van de oude Zwingeul. ve

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1987 | | pagina 16