Onkruid gevraagd Tuinplan I i- gewoon blauwtje e zijn eieren af op r issen en andere i i ;e planten. De dagpauwoog is een van de mooiste dagvlinders die regelmatig in tuinen te We kunnen ons afvragen waarom sommige dagvlinders juist zo vaak in tuinen en parken te vinden zijn. In het open veld worden veel minder dagpauwogen waargenomen terwijl er genoeg nektarplanten te vinden zijn en brandnetel, de voedselplant van de rups, „met bosjes" aanwezig is. De reden hiervan is niet helemaal duide lijk. Wel is het zo dat over gangen van een lage, kruid achtige begroeiing naar een begroeiing met struiken en bomen (een z.g. zoom) de meeste vlinders en ook de meeste rupsen oplevert. Bij de inrichting van een wat grotere tuin kan daarmee rekening gehouden worden. Wie akker distel van huis uit altijd heeft leren bestrijden maar toch de inheemse flora en fauna in zijn tuin aan bod wil laten komen, moet bedenken dat deze plant naast enkele andere ruigte- onkruiden als brandnetel, lever kruid en braam, nauwelijks gemist kan worden. Het is niet alleen een belangrijke nektar- plant voor dagvlinders, daarnaast vormt ze het menu voor de rupsen van de distelvlinder en van veel soorten nachtvlinders. Iets dergelijks geldt voor de ruigte-onkruiden. Het zal duidelijk zijn dat een grote tuin meer mogelijkheden biedt dan een kleine. Een ge varieerde vegetatie leidt immers tot een gevarieerde insecten wereld. Het is belangrijk te zorgen voor veel „zomen", voor kleine beschutte open plekjes waar de zon goed kan door dringen en voor begroeiingen met veel opvallende bloemen. Laat, indien mogelijk, elk jaar een stukje grasland of ruigte ongemaaid. Hier kunnen dan soorten overwinteren. De meeste soorten doen dat niet als volwassen insect maar als ei, larve of pop. De dieren zitten dan onder boomschors, in holle overjarige stengels van kruid achtige planten, in de grond, onder bladeren e.d. Het bewust laten staan van dode stengels, het laten liggen van stukken tak, hoort daarom in het beheersplan van een tuinbezitter die de insectenwereld een zo optimaal mogelijke kans wil geven. Zo iemand kan dan naast de op vallende dagvlinders nog eens een paar honderd andere vlin dersoorten in en rond zijn tuin vinden. Een open oog is hier voor echter onontbeerlijk. De afdeling „Voorlichting en Educatie" van de Vlinder- stichting geeft advies omtrent de inrichting van tuinen. Het telefoonnummer is: 08370-11220. Medio juni van dit jaar verschijnt een brochure over vlinders in de tuin. Deze is samengesteld door medewerkers van de Vlinderstichting en zal ongeveer 10,gaan kosten.™ In ligusterhagen is soms de rups van de ligusterpijlstaart te vinden. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1987 | | pagina 7