Planologie T. Kramer Bestemmingsplan en streekplan sche Flora. Afgelopen voorjaar is het tweede deel uitgekomen. De indruk, die het eerste deel gaf van een voor iedereen toegankelijk standaardwerk over de Nederlandse flora, wordt door deel 2 bevestigd. De samenstellers, Eddy Weeda en dt Westsra's, dwingen extra respect af met de snelheid waarmee de boeken ontstaan, terwijl de vele gegevens per plantensoort toch up to date zijn. In dit deel gaat de tocht door het plantenrijk van de kruisbloemfamilie tot en met de schermbloemfamihe. Ook voor deel 2 zijn weer verschillende excursies naar Zeeland en Zeeuwse deskun digen ondernomen. Tal van Zeeuwse bijzonderheden komen in de teksten en illustraties naar voren. Blijf je, bladerend in het boek, bijvoorbeeld bij de vlin derbloemigen steken, dan wordt duidelijk dat door Zeelands zui delijke ligging en wat mildere winters een hier vrij algemene soort als gevlekte rupsklaver in de rest van Nederland nagenoeg niet voorkomt. Een ander, recent fenomeen dat bij de bespreking van een andere rups klaversoort onder andere naar voren komt is de kleurrijke „Deltadammenflora". Op de Veerse Gat-, Brouwers- en Grevelingendam komen massaal soorten voor die voordien met of nauwelijks in Zeeland voor kwamen, zoals bijvoorbeeld sikkelklaver, heksenmelk, knik kende distel en handjesgras. De soorten zijn bij de aanleg van de dammen aangevoerd met grond uit het rivierengebied en hand haven zich hier prima. Zowel niet- als wel ingewijde natuur liefhebbers zullen in vele beschrijvingen en illustraties aanknopingspunten bij eigen kennis en ervaringen vinden. Kortom, ook met dit deel van de Oecologische Flora is het weer vele uren plezierig gras duinen in de huiskamer. E.J. Weeda, R. Westra, Ch. Westra en T. Westra, Nederlandse Oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties 2. Uitgegeven te Amsterdam door het IVN, de VARA, en de VEWIN. ISBN no, 90/6301/010/2. Prijs f 75,— voor leden van IVN, VARA en Natuurmonumenten f 59,50. G.J.C. Buth In de paardekuup b colijnsplaat wordt een illegale camping opgebouwd ondank' de natuurbescher ming van het gebie Regelmatig worden fraaie weilanden en kreekoevers omgezet in akkerland, of verschijnen er campings in de nabijheid van natuurgebieden. Velen vragen zich af: mag dat allemaal zomaar? Dat hangt af van wat er in een bestem mingsplan is geregeld. In het bestemmingsplan staat wat er met iedere vierkante meter in Nederland wel en niet mag gebeuren. Voor de natuurbescherming zijn bestemmingsplannen een belangrijk instrument om natuur- en landschapswaarden te beschermen. Toch gebeuren er regelmatig dingen die eigen lijk door een bestemmingsplan verboden zijn, bijv. de illegale aanleg van een camping in de inlaag de Paardekuup bij Colijnsplaat. Een bestem mingsplan staat of valt met de aanpak van een gemeente bestuur. Voorlichting en hand having laten veel te wensen over. Ten onrechte pakt het provinciebestuur haar toezicht houdende taak te terughou dend of te laat op. We leven met veel mensen in een klein land. Het is noodzake lijk dat er verstandig met die beperkte ruimte wordt omgesprongen. Waar vind je een plekje voor landbouw, industrie, rekreatie, wegen en woningen. Hoe kunnen waardevolle land schappen behouden blijven en belangrijke natuurgebieden gespaard in het gedrang van de verschillende belangen. De over heid heeft daarvoor een uitge breid instrumentarium van regels en wetten ontworpen, waarvan het bestemmingsplan een belangrijk onderdeel vormt. In het bestemmingsplan heeft elk gebied een bepaalde bestem ming die vaak overeenkomt met het gebruik. Zo hebben akkers een agrarische bestemming, campings een rekreatieve,er zijn natuurgebieden enz. De ene bestemming sluit de andere uit. Zo mag er geen camping in een agrarische bestemming liggen, een bedrijf in een natuurgebied gebouwd worden, tenzij het Mosselberg in de Yerseke Moer. Jaren lang zijn in dit gebied grote hoevi e heden mosselschelpen gedumpt. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1987 | | pagina 10