Historie geschreven Schotsman? Leuk, zeg ik, meer niet. Een orchideeënmilieu is in feite niet eens zo moeilijk te maken. Daar komt nog bij dat zelfs na meer dan 25 jaar de begroeiing op de platen in het Veerse Meer nog in ontwikke ling is. De vraag is of de bijzon dere planten die gevonden zijn zich kunnen handhaven. Jaren geleden groeide er een hele serie zeldzame korstmossen en mossen op de Middelplaten, maar die zijn nu praktisch verdwenen omdat hun milieu is overgroeid met grassen. Objec tief gezien (en dat valt natuurlijk niet mee voor iemand die zo vertrouwd is geraakt met de Zeeuwse kust) acht ik de vroe gere schorren door hun zeld zaamheid en overvangbaarheid waardevoller dan de huidige lantengroei, hoe goed die ook eheera wordt. Vergeet niet dat 60 procent van de schorren en gorzen in het Deltagebied nu is verdwenen. Ook kwalitatief is er een flinke verarming: het zandige, rijk geschakeerde type schor is verdwenen, het Arme- rion (een vegetatie-eenheid) is praktisch verdwenen, klein slijk- gras is weg." PN: „Jij hebt historie geschreven met betrekking tot de Zeeuwse schorren. Hoe is die belangstelling eigenlijk ontstaan?" WB: „Ere wie ere toekomt. Mijn vader heeft mij liefde voor de natuur meegegeven. Victor Westhoff heeft mijn wetenschap pelijke belangstelling gewekt voor de plantengroei op de schorren. Dat was al in 1949, ver voordat ik op het Delta Instituut ging werken. Ik herinner me uit die tijd een excursie met Victor naar de schorren in het Noord Sloe, in de buurt van het huidige vlieg veld. Wij waren zo enthousiast met vegetatiebeschrijvingen dat we verrast werden door het opkomende tij. Camera nat, excursiespullen nat. Zwemmend met ons hebben en houden boven het hoofd zijn we toen de brede kreek overgestoken. Nat maar voldaan zijn we terugge- fietst naar Goes." PN„Jij hebt een groot aantal uitmuntende wetenschappelijke publicaties op je naam staan die tot ver in het buitenland bij vakbroeders bekend zijn. Je hebt je echter maar zelden gewaagd aan populair wetenschappelijke uitgaven waar juist bij het grote publiek belangstelling voor bestaat." WB: „Dat is waar. Ik denk dat de druk om professionele produkten af te leveren altijd te groot is geweest om aan iets anders toe te komen. Wat ik wel regelmatig en met veel plezier heb gedaan -en nog doe trouwens- dat is lezingen houden voor allerlei clubs en groepen. Dat is natuurlijk ook een vorm van populariseren. Je brengt me overigens wel op een idee. Misschien schrijf ik nog wel eens een populair boekje over mijn werk op de schorren en over de veranderingen die zijn opgetreden als gevolg van de uitvoering van het Delta plan Beeftink (rechts) bij de overdracht van het directeurschap van het DIHO. Links de huidige directeur Heip.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1987 | | pagina 15