Moederkoren in Zeeland
door W.J.D. Kuys
Heilig vuur
Er komen in onze provincie
heel wat soorten zwammen
voor, die - ook door de leek -
dadelijk als zodanig zijn te
herkennen, maar er zijn er ook
met een minder traditioneel
uiterlijk. Over zo'n zwam gaat
dit artikel.
Het moederkoren is een in
Zeeland algemene zwam met een
heel interessante levenswijze, die
als je hem eenmaal kent, op tal
van plaatsen te vinden is. Het is
een heel gevaarlijke, giftige soort,
die in het verleden talloze slacht
offers geëist heeft. Op het eerste
gezicht zou je het moederkoren
niet als paddestoel herkennen.
Het is een parasiet die voor komt
op allerlei grassen, dus ook op
granen. Zij vestigt zich op jonge
grasbloemen, waarbij het weefsel
van het vruchtbeginsel vernietigd
wordt. In plaats daarvan ontwik
kelt zich een 1 a 2 centimeter
lang, banaanvormig sclerotium
van donkerbruine tot zwarte
kleur. Deze harde 'banaantjes'
zitten schuin in de aangetaste
aren op de plaats van een graan
korrel of graszaadje.
In het najaar vallen de sclerotiën
uit de aar op de grond. In de
daarop volgende voorzomer,
tijdens de bloei van de grassen,
gaat de ontwikkeling van deze
overwinteringstoestand verder.
Er ontstaan op het moederkoren
kleine, gesteelde oranje-rode
knopjes waarin sporen gevormd
worden die op hun beurt weer
gras- en graanbloemen kunnen
infecteren.
Naast alle andere ziekten die de
middeleeuwers bedreigden, zoals
cholera, pest en pokken, hadden
ze ook nog de plaag van het
'heilig vuur' te verduren. Het
moederkoren kwam namelijk
veel voor in rogge, hèt voedsel
van de middeleeuwse plattelan
ders. De zwam werd met het
graan mee gemalen, en als daar
dan brood van gebakken werd
konden de gevolgen verschrikke
Verschillende levensstadia van het moederkoren. Aan het einde van de zomer
ontwikkelen zich in grashalmen de zogenaamde sclerotia. Deze vallen in het najaar
op de grond, waarna zich in het volgende voorjaar op de sclerotia kleine oranje
paddestoeltjes ontwikkelen. De sporen die deze paddestoeltjes produceren infec
teren allerlei bloeiende grassen, zodat zich opnieuw sclerotia ontwikkelen.
lijk zijn. Complete gezinnen
stierven; vaak traden pieken op
met duizenden slachtoffers. Men
schat het aantal doden in de
periode van 1000 tot 1500 op
meer dan 100.000. In de streek
Sologne, in Frankrijk, zijn in
1778 8000 mensen omgekomen.
De gevolgen van het eten van
roggebrood met moederkoren
erin waren ernstige vergif
tigingen, waarbij o.a. gangreen
(koudvuur) kon optreden. Ook is
bekend dat de zwam hallucino-
gene werking heeft. Misschien
dat de volksnamen 'heilig vuur'
en 'Anthoniusvuur' daarmee te
maken hebben. Men heeft wel
verband gelegd tussen de heksen
verbrandingen in sommige
perioden en het periodiek
optreden van moederkoren.
De werkzame stof in moeder
koren maakt deel uit van de
grote groep der alkaloïden. In
kleine hoeveelheden kunnen zij
een heilzame werking hebben.
Als medicijn is het moederkoren
nog steeds in gebruik in de
verloskunde voor het opwekken
van geboorteweeën. Aan dit
gebruik dankt het zwammetje
zijn naam.
Tijdens gesprekken met Zuid-
Bevelandse boeren is gebleken
dat hier geen moederkoren meer
in het graan voor komt. In de
eerste plaats bestaan er effectieve
bestrijdingsmiddelen en daarnaast
wordt eventueel aanwezig
moederkoren dank zij de betere
schoningsmethoden uit het graan
verwijderd.
Het moederkoren is nog wel
volop in grassen te vinden.
Volgens een geraadpleegde
Zeeuwse dierenarts kan dit
gevolgen hebben voor het vee.
Evenals bij de mens kan ook bij
het vee koudvuur optreden en
ook spierkrampen onder invloed
van het aangetaste centrale
zenuwstelsel; verder beschadiging
van cellen en bloedvaten. Niet
temin is de kans op ziekte voor
het vee heel gering. Het komt
maar heel zelden voor dat er
voldoende moederkoren wordt
opgegeten om de ziekte te
veroorzaken.
14