Is er toekomst voor de zeehond in Zuidwest- Nederland? Merkwaardigerwijs is de achter uitgang van de zeehond in de Zeeuwse en Zuidhollandse wateren een vrij sluipend proces geweest. Niemand heeft in het verleden echt hard aan de bel getrokken en zich afgevraagd of er geen maatregelen genomen moesten worden. De laatste tijd komt de zeehondenproblematiek wat meer in de belangstelling en de conclusie moet luiden, dat de toestand niet hopeloos is. Er komen nog steeds 10 a 20 zee honden in de Deltawateren voor en de laatste jaren zijn er zelfs enkele jongen geboren. Daarnaast vindt er regelmatig immigratie van dieren vanuit de Waddenzee plaats. Met name in de Ooster- schelde en de Voordelta is volop geschikt biotoop aanwezig. Naar verwachting zal dit zich in de Voordelta zelfs uitbreiden. Grote vraag is of de waterkwaliteit en de verstoring zodanig zijn dat zij een herstel van de stand toestaan. Vooral in de Oosterschelde en het aangrenzende gedeelte van de Voordelta is de waterkwaliteit gunstig. Door de overwegend naar het noorden gerichte stroom langs de Nederlandse kust heeft het sterk verontreinigde Rijn water nauwelijk invloed op deze gebieden. De waterkwaliteit is hier op zijn minst even goed maar wellicht zelfs beter dan in de westelijke Waddenzee. Het recreatieve gebruik is zodanig, dat wel een aantal maatregelen nodig zijn om de rust op de (potentiële) zeehondenligplaatsen te garanderen. Waarschijnlijk valt er al veel te bereiken door een gerichte voorlichting van de mensen die het het meest aangaat (watersporters, surfers, sport vissers). Grotere aantallen zeehonden zijn immers een nieuw verschijnsel in Zeeland en we zullen hier opnieuw mee moeten leren omgaan. Daarnaast zullen er echter ook een aantal rustgebieden moeten worden aangewezen. Daarbij valt te denken aan bijv. de Roggenplaat, de Vondelingenplaat met omgeving en de platen in de Voordelta. Alle jonge dieren die uitgeput op het strand aanspoelen gaan tot nu toe naar de zeehondencrèche in Pieterburen en worden vervol gens in de Waddenzee uitgezet. Als aan een aantal basisvoor waarden (zoals rustgebieden) is voldaan ligt het voor de hand deze dieren en eventueel nog een aantal extra in de Zeeuwse wateren uit te zetten. De popu latie kan daarmee sneller over een kritische drempel worden heen geholpen. Binnen enkele jaren kunnen dan weer meerdere tientallen zeehonden in het Deltagebied rondzwemmen. Op iets langere termijn behoort een populatie van enkele honderden dieren zelfs tot de mogelijk heden. Deze mogelijkheden zullen overigens alleen worden gerealiseerd als er vanuit het beleid en beheer bewust op aan wordt gekoerst. Zonder gerichte maatregelen blijft de zeehond in de Deltawateren wat hij nu is: een rariteit, goed voor de voor pagina van de krant. Gestrande zeehome worden na een zorg vuldige behandelii g in het opvang centrum te Pieter buren weer losgelau- 1 in hun natuurlijke omgeving. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1987 | | pagina 6