Uit het beleid
Aktie ,,Op naar de 5000"
Saeftinghe-expositie
Prof. Nienhuis
Zoals in het vorige nummer
werd aangekondigd is Het
Zeeuwse Landschap onder het
motto „Op naar de 5000" gestart
met een nieuwe wervingsaktie.
Doel van deze aktie is het
binnenhalen van onze 5000e
donateur.
Zoals gebruikelijk aan het eind
van het jaar waren er in
december 1987 wat opzeggingen,
zodat het aantal donateurs per
1 januari 1988 becijferd werd op
4644. In januari konden maar
liefst 164 nieuwe donateurs
worden genoteerd: februari was
goed voor 19 nieuwe aanmel
dingen. Op 1 maart had de Stich
ting dus 4827 donateurs; een
nieuw record! Nog eens zo'n stij
ging als in de eerste 2 maanden
van 1988, en we zijn de 5000
gepasseerd.
Om dat te bereiken is de hulp
van bestaande donateurs heel
belangrijk. Een aantal donateurs
is er al in geslaagd om 2 of meer
nieuwe donateurs aan te melden.
Zij hebben inmiddels het fraaie
tmnen zeehondje gratis thuisge
kregen. Degenen die 1 nieuwe
donateur aanmeldden kregen het
beeldje voor de helft van de kost
prijs (f 15,00).
Af en toe ontstond er bij de
verzending wat vertraging omdat
de gieterij de zeehonden niet op
tijd kon leveren, maar inmiddels
is er een ruime voorraad
aanwezig.
De financiële en morele steun
van donateurs is een steeds
belangrijker wordende pijler
onder het werk van Het Zeeuwse
Landschap. Wij doen een beroep
op alle lezers om mee te helpen
aan de verdere groei van onze
Stichting. Op de advertentiepa
gina's achterin dit blad vindt U
een bon waarop nieuwe dona
teurs kunnen worden aangemeld.
Wij wachten met spanning af.
M.J.
Op 21 maart opende mevrouw
De Vries-Hommes een uitge
breide tentoonstelling over het
Verdronken Land van Saeftinghe.
De expositie is opgesteld in het
Zeeuws Museum-Natuurhistorie
in Oostkapelle. Als beheerder
van Saeftinghe is Het Zeeuwse
Landschap nauw betrokken
geweest bij de voorbereidingen.
De expositie geeft een goed
totaalbeeld van wat er in Saef
tinghe zoal te vinden is op het
gebied van flora en fauna. Op
een heel aantrekkelijke manier
wordt weergegeven hoe er een
samenhang is tussen geschiedenis,
landschap, flora en fauna. Een
bezoek aan het museum is een
prima voorbereiding om in Saef
tinghe op excursie te gaan.
Andersom zal iemand die Saef
tinghe bezocht heeft, op de expo
sitie gelegenheid vinden om opge
dane indrukken te ordenen en zo
een afgerond beeld te krijgen van
het grootste natuurgebied van
Zeeland. Kortom, een bezoek
aan de tentoonstelling vormt in
combinatie met een excursie
door het gebied een ideale combi
natie om zicht te krijgen op wat
je zou kunnen noemen het
oertype van het Zeeuwse Land
schap.
Donateurs van Het Zeeuwse
Landschap hebben gedurende de
tijd dat de expositie loopt gratis
toegang tot het Zeeuws Museum-
Natuurhistorie. Zoals altijd
kunnen zij tevens gratis deel
nemen aan de open excursies in
het Verdronken Land van Saef
tinghe.
Excursiedata zijn zoals gebruike
lijk vermeld op de achterpagina
van dit blad. Het Zeeuws
Museum-Natuurhistorie vindt U
aan de Duinvlietweg 6 te Oostka
pelle (tel. 01188 - 2620).
Vergeet niet Uw donateursbewijs
mee te nemen!
M.J.
Dr. Piet Nienhuis, secretaris van
de Stichting en voorzitter van de
redaktie van dit tijdschrift, is
begin dit jaar benoemd tot
bijzonder hoogleraar aan de
Katholieke Universiteit van
Nijmegen.
Estuariene ecologie is het vakge
bied dat hij gaat doceren. Nien
huis is als bioloog werkzaam op
het Delta Instituut voor Hydro-
biologisch Onderzoek in
Yerseke. Naast het geven van
college's in Nijmegen zal hij op
het Delta Instituut promovendi
gaan begeleiden. Op zijn lezingen
zal hij waarschijnlijk veel
„zeeuws materiaal" presenteren,
want estuariene milieutypen
(riviermondingen) zijn hier rijke
lijk aanwezig.
De nieuwe leerstoel aan de
universiteit betreft niet alleen
„puur natuur" zaken, maar ook
beheers- en beleidsaspekten. Ook
wat dit laatste betreft zullen
Zeeland en zijn Deltawerken
regelmatig in Nijmegen model
staan om aan te geven hoe kust
gebieden, met inbegrip van sterke
menselijke invloeden als
waterstaatswerken, visserij,
rekreatie en industrie, ecologisch
zo goed mogelijk beheerd
kunnen worden. Naar aanleiding
van zijn benoeming zal in het
volgende nummer van ons tijd
schrift een interview met de heer
Nienhuis verschijnen.
G.J.B.
16
14