Gcmzenbeleid
Overvliegende In de praktijk komt het er op
kolganzen. neer Jat aUe onevenredige schade
wordt vergoed door het jacht-
fonds. Indien echter de jachtge-
rechtigde (of de grondgebruiker
indien de jacht niet is verhuurd)
niet kan aantonen dat hij de
ganzen voldoende be- en verjaagd
heeft, wordt deze aansprakelijk
gesteld voor de (eventueel gedeel
telijke) schade.
Dat de schade enorm kan
oplopen blijkt wel uit de uitge
keerde bedragen.
Voor kolganzen bedroeg deze in
1986 in Zeeland 76.000,-. Voor
rotganzen nam de schade toe van
vrijwel nihil in de jaren zeventig
tot ruim 400.000,- in 1986.
Opvallend is wel, dat de toename
van de schadebedragen veel
sterker is gestegen dan die van
het aantal ganzen.
Nederland heeft een grote verant
woordelijkheid voor het behoud
en het beheer van de ganzenpo-
pulaties. Het betreft hier interna
tionaal trekwild dat voor zijn
voortbestaan afhankelijk is van
de wijze waarop wij de ganzen
beheren. De hoge percentages
van de wereldpopulaties van de
kol- en rotganzen die in de
winter in Nederland verblijven
tonen dit duidelijk aan.
Via internationale verdragen
heeft Nederland zich dan ook
verplicht om zorg te dragen voor
een goede opvang.
Het is hierbij vanzelfsprekend
dat nimmer de individuele boer
voor deze internationale verant
woordelijkheid mag opdraaien.
In de visie van de natuurbescher
ming zou het ganzenbeheer
gebaseerd moeten worden op vier
pijlers:
1. instelling van een landelijk
netwerk van ganzengebieden
waar zij rust en voedsel
vinden.
2. regionaal georganiseerde verja
ging van de ganzen in perio
den van schadegevoeligheid.
3. uitgebreide voorlichting en
begeleiding van de betrokken
boeren en (ver-)jagers.
4. vergoeding van desondanks
geleden schade.
Naast de instelling van ganzen-
gebieden waarbij de betrokken
agrariërs door middel van
beheersovereenkomsten schade
loos worden gesteld en de instel
ling van nieuwe reservaten die
(mede) als opvanggebied zullen
fungeren om te voorzien in de
voedselbehoefte van de ganzen,
kunnen ook bestaande natuur
reservaten daaraan meer dienst
baar gemaakt worden.
Ook onze Stichting heeft hierbij
een duidelijke taak en geeft
hieraan reeds invulling. Wij
geven U hierbij tot slot een over
zicht van de inspanningen om
aan onze ganzen een goed zeeuws
tehuis te geven.
- In het kader van de inrichting
en het toekomstig beheer door
onze Stichting van buitendijkse
gebieden in het Krammer-
Volkerak wordt intensief
meegewerkt aan plannen om in
dit gebied een extra opvang
voor ganzen mogelijk te
maken.
- Op de schorren in beheer bij
onze Stichting, en dit zijn vele
duizenden hectares, wordt hard
gewerkt aan het tegengaan van
verruiging met behulp van
beweiding door schapen.
Alleen al in het Verdronken
Land van Saeftinghe is hiervoor
ca. 2 miljoen gulden geïn
vesteerd. Niet verruigde
schorren zijn een ideaal
voedsel- en rustgebied voor
ganzen. De resultaten blijven
niet uit. Inmiddels verblijven
weer tienduizenden van die
vogels in dit grootste reservaat
van de Stichting.
- Via onze inbreng in verschil
lende commissies (o.a. de
Provinciale Commissie Beheer
Landbouwgronden) pleiten wij
steeds weer opnieuw, samen
met de Landbouworganisaties,
voor de mogelijkheid om de
Relatienotabeheersgebieden
ook dienstbaar te maken voor
ganzen. In vele beheersgebieden
is het inmiddels voor de boeren
mogelijk om beheerspakketten
af te sluiten waarbij zij een
vergoeding krijgen als zij het
beheer mede ten gunste van de
ganzen voeren.
- In het belangrijke ganzengebied
Yerseke- Kapelse Moer is
inmiddels met alle betrokkenen
(natuurbeschermers, boeren,
jagers en overheid) een beleid
ontwikkeld waarbij een ganzen-
rustgebied van omstreeks 500
ha is gerealiseerd. In dit gebied
zal onder meer gedurende het
ganzenverblijf met meer
gejaagd worden.
- Het interne beheer van onze
eigen binnendijkse reservaten
welke van betekenis zijn voor
ganzen is steeds meer gericht
op de opvang ervan. In deze
reservaten wordt de jacht op
ganzen niet meer uitgegeven en
mag in de winterperiode ook
niet meer beweid worden met
schapen. Ook laten wij het gras
er iets langer de winter ingaan
(grotere voedselvoorraad) en
worden geen verstorende werk
zaamheden uitgevoerd. Versto
rende excursies worden hier
niet toegestaan. Het ligt zelfs in
de bedoeling om enkele
percelen in te zaaien met bijv.
graszaad of wintertarwe die
geheel beschikbaar zullen zijn
voor de ganzen.
Steeds weer opnieuw zoeken wij
naar middelen om het ganzen-
beleid daadwerkelijk invulling te
geven. Een en ander vanzelfspre
kend met behoud van de andere
natuurwaarden en in een volgens
goed zeeuws gebruik, nauwe
samenspraak met de rechtstreeks
betrokken boeren en jagers.
De grote aantallen ganzen die wij
binnen onze reservaten, maar
ook binnen onze provinciale
grens jaarlijks mogen ontvangen
geven aan dat wij hiermee op de
goede weg zijn.
5