Het eerste groen van het jaar door J.W. Jongepier Een ieder die zijn of haar tuin regelmatig inspekteert, weet dat het meeste onkruid vanaf half april ontkiemt. In mei is het schoffelen geblazen. Er is echter ook nu al onge vraagd groen in de tuin te vinden. Voor een deel gaat het om plantjes die al in de herfst een rozet hebben gevormd. De warmte van de eerste lentezon is genoeg om gr verschillende bloempjes uit te laten komen. Een aardig voorbeeld hiervan is de kleine veldkers. Vooral in de bloementuinen komt dit kleine zusje van de pinksterbloem elk jaar weer terug. Wie de tuin voor de winter echter niet beroert, zal het snel kwijtraken. Kenmerken van deze kruisbloe- mige zijn de kleine witte bloemen en de daaruit voort komende stokachtige vruchtjes. De mooi ingesneden blaadjes liggen vooral op de grond; slechts enkele zijn aan de stengel bevestigd. Van nature komt de kleine veldkers voor op zandige plaatsen, bij ons vooral in de duinen. Maar ook in kwekerijen is hij een vaste gast. Vooral als gevolg daarvan is de kleine veld kers als verstekeling bij aange kochte sierplanten inmiddels in vele tuinen beland. Wat bijna niemand weet, is dat de blaadjes een lekkere en gezonde (vitamine C groente vormen. De smaak komt overeen met die van de tuinkersfris en enigszins scherp. Een sterk verwante soort is de bosveldkers. Ook deze komt regelmatig in kwekerijen voor als onkruid, maar slaat in tuinen alleen op als die beschaduwd zijn en de grond luchtig is. Daarentegen doet hij het goed in de bloempotten van onze kamer planten. Het verschil met de kleine veldkers zit vooral in de beharing van de stengels. Verder steken de bovenste vruchten een eindje boven de bloemen uit, bij de kleine veldkers niet of nauwe lijks. Op wat verwaarloosde en bemeste plaatsen in de tuin kan een andere witte bloeier optreden: de vogelmuur. Deze kan in tegenstelling tot de kleine veldkers het hele jaar door bloeien. Maar het zwaartepunt ligt toch in de periode maart, april. De stengels van vogelmuur zijn slap en daardoor liggen ze grotendeels op de grond. Aan het eind ervan zijn verschil lende bloempjes te vinden, die tien witte kroonblaadjes lijken te hebben. Vogelmuur is dan wel de officiële naam, in veel streken van onze provincie staat dit onkruid onder een andere naam bekend. Meestal gaat het om namen als (g)oeze- moeze en variaties daarop. Waar schijnlijk zijn dit verbasteringen van het woord „hoendersmoes", wat staat voor kippen-groente zowel kippen als andere vogels lusten dit groen graag. Ook volksnamen als veugelderm, oenderderm en bemuure komen wel voor. Blijkbaar mag vogel muur zich al vanouds in een grote belangstelling verheugen. Voor de mens is muur eveneens goed eetbaar, maar de smaak is vrij apart en in salades al snel overheersend. Wie het echter nog nooit heeft gegeten, moet het toch eens proberen. Vooral in bloemen tuintjes vormt de kleine veldkers soms dichte tapijten. Het blad is goed bruik baar als groente. Ook verschillende soorten ereprijs doen het goed in het vroege voorjaar. De veldereprijs is op veel plaatsen een trouw tuinonkruid, dat de winter met enkele rondachtige, gekartelde blaadjes overleeft. Begin april De bloempjes van de grote ereprijs, lichtblauw met wit, zijn vaak al in de nawinter bloeiend te vinden. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1988 | | pagina 6