Zwaluwen in Zeeland iliftftls door B.J. Smulders De Boerenzwaluw ,.y feu WMm& Bi m H--' *»4"- Ui W V. i Illustraties; R.J. Smulders-de Smit Zwaluwen, je hoeft geen echte vogelaar te zijn om ze te herkennen. Het zijn prachtige vliegers, als geen andere soort in staat zo wonderlijk snel te stijgen, te dalen, te wenden en te keren. De familie bestaat uit verschil lende leden, elk met eigen kenmerken en gewoonten. Zo is er de boerenzwaluw, die vooral rond en in de schuren en stallen op boerenerven, bij bruggetjes en duikers is te vinden. De huis zwaluw blijft altijd buiten, we vinden 'm vooral in de buurt van woningen met overstekende dakgoten, balkons e.d. De oever zwaluw moet niets van onze bebouwing hebben, hij houdt zich liever op in de omgeving van afgravingen en gronddepots met steile wanden. Nummer vier in dit verhaal is de gierzwaluw, die eigenlijk helemaal geen lid is van de zwaluwenfamilie. Niet temin doen we maar net alsof hij er bij hoort. Ik stel u voor met elke soort afzonderlijk kennis te maken. Dan kunt u voortaan de „zwaluw" ook van een voor naam voorzien: De boerenzwaluw heeft een roodbruin voorhoofd, een rood bruine keel en enorm lange buitenste staartpennen. Zijn buik is roomkleurig en over de rest van z'n (zwarte) verenpakje ligt een prachtige staalblauwe glans. Hij vliegt snel en met veel wendingen, meestal laag over water of weilanden. De boeren zwaluw is een metselaar; hij bouwt zijn nest van brokjes taaie modder die hij in de bek aanvoert. Dat nest is komvormig en ligt meestal op een balk of plank. Soms vormt een spijker in de muur ook voldoende onder steuning om van daaraf een nest te metselen. 8 \v>; -f Huiszwaluw bij het nest. Meestal krijgt een paartje vijf jongen, die na een week of drie uitvliegen. Daarna broeden ze vaak nog een keer en soms brengen ze zelfs drie broedjes groot in één seizoen. Dat is wel werken geblazen! Boerenzwa luwen zijn zeer plaatstrouw en uit ringgegevens is komen vast te staan dat een paartje jaren achtereen van hetzelfde nest gebruik maakt. Zoals gezegd; Boerenzwaluwen zijn binnen- broeders. Ze hebben een voor keur voor oude stallen en schuren. De nieuwe agrarische bedrijfsgebouwen zijn vaak óf afgesloten óf te open en tochtig. Het aantal broedgevallen in ons land schijnt terug te lopen. Dat kan te wijten zijn aan minder mogelijkheden om te nestelen, gebrek aan geschikt nestbouw materiaal (veel boerenerven zijn bestraat en er zijn geen modder plasjes meer te vinden) en minder voedselaanbod door een hygiëni scher bedrijfsvoering in de land bouw. Uit onze provincie zijn mij geen recente cijfers bekend. Ik heb overigens de indruk dat de boerenzwaluw meer gebruik gaat maken van nieuwe plaatsen als (diepe) dakoverkappingen, carports en dergelijke. In ieder geval zal het duidelijk zijn bij het lezen van de volgende zinsnede uit Jac. P. Thijsse's „Vogeljaar" dat er veel veranderd is in de leefomstandigheden van onze staalblauwe vlieger: „Hoe aardig als bij het grauwen van den morgen de zwaluwtjes op de binten hun vroolijk lied gaan zingen. Mij dunkt, daar moeten de paarden schik in hebben(...). De enige vrije vogel die binnens huis zingt".

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1988 | | pagina 8