De Huiszwaluw De Oeverzwaluw De huiszwaluw is kleiner dan de vorige soort en heeft een korte gevorkte staart. Hij is gemakke lijk herkenbaar aan zijn helder witte snuit en onderzijde. De rest van het verenpakje is blauw zwart. Hij vliegt meestal wat hoger dan de boerenzwaluw, in een wat fladderende vlucht. Ook de huiszwaluw is een metselaar. Hij bouwt zijn nest onder dakgoten en uitstekende randen van allerlei bouwwerken. Het nest ligt niet, maar hangt en dat stelt hogere eisen aan het bouw materiaal. Het is bolvormig, met een kleine toegangsopening aan de bovenrand. Tussen het begin van het broeden en het uitvliegen van de jongen liggen ongeveer zes weken. Toch produceert ook de huiszwaluw vaak twee en soms drie legsels. Het broed- succes hangt sterk af van het weer en het insectenaanbod. Bij langdurig nat en koud weer laten ze de broedsels wel in de steek en soms, zoals in 1981, komen ook oude vogels om. Onze provincie is van ouds een bolwerk geweest voor de huiszwaluw in ons land. Toch is ook bij deze soort het aantal broedparen sterk afge nomen. Tellingen van diverse natuurbeschermingsorganisaties hebben uitgewezen dat de achter uitgang op Walcheren ten opzichte van 1970 ongeveer 30% is, in West-Zeeuwsch Vlaanderen ruim 50% en op Zuid-Beveland zo'n 35 a 40% Ook hier zijn diverse oorzaken te noemen, zoals afnemende nestgelegenheid (door renovatie en nieuwbouw), afname van het insectenaanbod (door luchtverontreiniging, gebruik van bestrijdingsmiddelen, ontwatering, e.d.). Bovendien is de huiszwaluw weersgevoeliger dan de (binnen broedende) boerenzwaluw. Ook veronderstelt men samen hang met de voedselsituatie in de Afrikaanse overwinterings- gebieden. Het is dan ook te hopen dat het beeld zoals Thijsse dat schets in het Verkade-album „Lente" (1916) nog lang bewaard mag blijven: „Huiszwaluwen houden er van, om gezellig op jacht te gaan, nu eens langs den waterkant, dan weer honderden meters hoog in de lucht en dan kunnen ze daar zoo lustig zwenken en draaien en zoo vroo- lijk elkaar aanroepen, dat het meer een spel lijkt dan een inspanning om aan den kost te komen". Zo deftig als de staalblauwe boerenzwaluw en de zwart-witte huiszwaluw er uitzien, zo eenvoudig is de oeverzwaluw, nummer drie van de familie, gekleed. Hij is vaalbruin van boven en heeft een witte buik en keel, die door een bruine borst band van elkaar gescheiden worden. Zijn staart is wat minder gevorkt dan die van de huis zwaluw en hij is ook wat kleiner van postuur. Voedsel zoekt hij vrijwel uitsluitend boven water in een fladderende, wat hortende vlucht. In tegenstelling tot zijn metselende neven is de oever zwaluw een delver. Misschien ziet z'n verenpakje er daarom wel zo eenvoudig uit: wanneer je een nestgang van zo'n driekwart tot anderhalve meter lengte moet graven, hoef je er ook niet zo prontjes uit te zien! Die nest gangen lopen horizontaal en er zijn dus steile wanden voor nodig. Dat kunnen zijn wallen, oevers, dijken, afgravingen, grondstortingen en dergelijke. Een hoogteverschil van een halve meter is al voldoende om een kolonie oeverzwaluwen te herbergen. Als sociale vogels leven ze graag vlak bij elkaar! Het „graven" gebeurt met de snavel, losgepikt materiaal wordt met de korte pootjes achteruit naar buiten gewerkt. Een hele klus, want stelt u zich eens voor dat u zelf met dat waarmee de natuur u heeft uitgerust, een tunnel moest graven van zes- tot tienmaal uw lichaamslengte en zo'n driemaal uw eigen omvang! Vier of vijf broze witte eitjes komen te liggen in het slordig gevoerd nestje aan het eind van de nestgang. Na zo'n vier tot vijf weken vliegen de jongen uit. Er kan nog een tweede broedsel volgen, dat evenwel meestal minder groot is. Oeverzwaluwen zijn bijzonder plaatsgetrouw en ze keren dan ook jaarlijks terug naar de kolonie waar ze 't laatst hebben gebroed. Maar ook met deze soort gaat het niet goed. Werd in 1964 het landelijk bestand op een 25.000 paar geschat, in 1986 was dat gedaald tot ca. 4.000. In Zeeland, waar De oeverzwaluw graaft een diepe nestgang uit in steile, zandige oevers. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1988 | | pagina 9