Zeeuws Landschap Van de redactie 4e jaargang nr. 3, september 1988 LANDSCHAP "Zeeuws Landschap" is een uitgave van voor landschappelijk, natuurwetenschap- de Stichting "Het Zeeuwse Landschap" Het blad verschijnt vier maal per jaar en wordt toegezonden aan begunstigers van de Stichting. De uitgaven van de Stichting geven voor lichting over het behoud van en de zorg pelijk en cultuurhistorisch belangrijke terreinen in het algemeen en in Zeeland in het bijzonder. Overname van artikelen en illustraties alleen met toestemming van de redactie. Redactieadres Stichting "Het Zeeuwse Landschap" Landgoed Landlust Postbus 25 4450 AA Heinkenszand Telefoon 01106-2640 Postrekening 245740 Bank: ABN Middelburg Rek. nr. 51.03.36.167 Giro van de bank 46882 Redactie P.H. Nienhuis (voorzitter) R.J.B.M. Willems J. v. d. Boom G.J.C. Buth M. Jacobusse J. van Kasteel (eindredacteur) Kopij Bijdragen voor dit blad in de vorm van artikelen, ingezonden stukken, foto's enz. kunnen worden gezonden aan de redactie. Inlevering voor het eind van elk kwartaal. Plaatsing van artikelen betekent niet dat deze het inzicht van de redaktie weer geven. Foto's M. Jacobusse omslag, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 14, 15, 17 W. Riemens 2 J. Beyersbergen 3, 4, 16 G.J. Buth 4, 5 W. de Vos 7, 14 Mevr. N. Kuys 11, 12 H. Speijers 13 Vormgeving en druk Pitman B.V., Goes Inhoudsopgave - Van de redaktie - Vogelwachter - Wandelingen door. De Weel in de Heerenpolder - Veedrinkputten - Boekbespreking - Lezers schrijven - Tocht met een hoogaars - Uit het beheer - Uit het beleid - Advertenties - Excursies etc. 11 12 13 16 17 18 20 Omslagfoto: "Krukels" rapen in de Oosterschelde De natuurbescherming is volop in beweging. Stond tot voor kort het behoud van bestaande gebieden met natuurwaarden centraal, de laatste tijd is er in toenemende mate aandacht voor het creëren van nieuwe natuur gebieden. De natuurbescherming is in het offensief. Voorbeelden zijn er te over. Zo wordt bijvoorbeeld in het concept Natuurbeleidsplan van het Ministerie van Landbouw en Visserij een ruime plaats inge ruimd voor natuurontwikke lingsmogelijkheden. Daarbij ontbreekt het bepaald niet aan gedurfde ideeën. Daar is bijvoor beeld het „plan Ooievaar" om uiterwaarden langs de grote rivieren te inunderen en het idee om in het Haringvliet weer getij toe te laten. In het Zeeuwse spelen discussies omtrent het peilbeheer van het Veerse Meer en worden de mogelijkheden voor de kunstmatige aanleg van schorren verkend. En ook de plannen van Natuurmonumenten en Het Zeeuwse Landschap voor de aanleg van natuurgebieden op Neeltje Jans spelen in op deze trend. De natuurtechnische milieubouw heeft haar bestaansrecht ruim schoots bewezen. Zo wordt in dit nummer bijvoorbeeld de vestiging van de grote stern op de Hooge Platen beschreven. Ook hier is in feite sprake van bescheiden natuurbouwmaat- regelen, zoals het aanleggen van duintjes en het storten van kokkelschelpen. Niet alleen grote sterns, maar ook de eveneens zeldzame dwergsterns, strand- plevieren en visdiefjes hebben zich dankzij deze maatregelen explosief kunnen uitbreiden. Dergelijke snelle successen die met natuurbouw bereikt kunnen worden bergen echter ook een groot gevaar in zich. Gemakke lijk zou de gedachte veld kunnen winnen dat de afbraak van bestaande natuurgebieden onge hinderd door kan gaan, mits dat maar gecompenseerd wordt door aanleg van nieuwe natuur gebieden elders. Het is echter niet toevallig dat het juist-soorten van pionier milieus zijn waaraan de natuur bouw haar successen ontleent. Soorten van meer gestabiliseerde milieus kun je niet behouden door een bepaald milieutype na te maken. Doodeenvoudig omdat een levensgemeenschap tijd nodig heeft om tot volle ontwikkeling te komen. In sommige gevallen een tijdsbestek van vele eeuwen. En het zijn juist die levens gemeenschappen die in onze tijd van snelle veranderingen de grootste klap te incasseren kregen. Daarom dient natuurtechnische milieubouw binnen het brede werkterrein van de natuur bescherming de plaats te krijgen die het verdient: een welkome aanvulling op de mogelijkheden om bepaalde levensgemeen schappen in stand te houden. Niet meer, maar ook niet minder. M. Jacobusse Jonge duinvorming op Neeltje Jans

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1988 | | pagina 2