luurs zijn vertrokken naar de kust. Maar weldra melden zich de gasten uit het noorden: goud plevieren, regenwulpen, groen- pootruiters en soms grote groepen kemphaantjes. Daarnaast klein grut zoals paapjes, tapuiten en oeverzwaluwen. Vanaf eind juli tot begin december verschijnen er steeds weer andere trekvogels op het toneel. Pas als op een koude decemberochtend de weilanden ineens vol zitten met kolganzen stopt de voortdu rende stroom, en alleen als het echt flink gaat winteren komen er later nog nieuwe soorten bij, zoals bijvoorbeeld de grote zaagbek of de kleine rietgans. Het is van groot belang voor al die vogels dat er in het gebied volstrekte rust heerst. Juist omdat de weilanden bijna nooit door mensen betreden worden voelen de vogels zich veilig en wagen zich tot vlak langs de weg. We moeten de rust ook op onze volgende wandeling eerbiedigen. Maar dat is volstrekt geen bezwaar, integendeel zelfs. Vanaf de weg heb je een prachtig over zicht over het gebied en boven dien is er het voordeel dat je je veel beter een voorstelling kunt maken hoe het gebied ontstaan rT'v^** v -1' 4 en in de loop der tijden veran derd is. Om dat laatste nog eens wat extra aandacht te geven start de wandeling vanaf de voorma lige haven van Wolphaartsdijk, op de Sabbmgedijk. Van daar uit vertrekken we op zaterdag 19 november om 10.00 uur. Zoals gewoonlijk vindt u het vertrekpunt op het kaartje bij dit artikel aangegeven. Het waterhoen is één van de vaste bewoners van de drinkputten. Al vanaf eind juni verblijven in het gebied allerlei broedvogels uit het noorden. De goudplevier arriveert vaak als één van de eerste.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1988 | | pagina 7