Reeën in Zeeland door P.C. Remijnse Reeën observeren Reeën in Zeeland, waar? Walcheren De ree is het kleinste en meest algemeen voorkomende Europese hert. Het gewicht van een ree bedraagt ongeveer 15 a 20 kg. De mannelijke reeën worden bokken genoemd. Ze zijn te herkennen aan een klein gewei van 20-25 cm hoog. De vrouwelijke reeën - geiten - zijn meestal wat kleiner. Reeën zijn in het tweede jaar geslachtsrijp. Een reegeit geeft meestal 1 of 2 kalfjes per jaar, in of omstreeks de maand mei. Ze zijn uitgegroeid op de leeftijd van 3 a 4 jaar. Meestal bereiken ze een leeftijd van 5 tot 10 jaar. Na het zesde levensjaar worden ze als oud beschouwd. Reeën zijn weinig kieskeurig wat hun leefgebied betreft. Als er maar rust, voedsel en dekking is. In de zomer blijven de reeën overdag in de dekking en alleen in de avond- en ochtend schemering komen ze te voorschijn. Omstreeks begin augustus valt de bronst. De bokken zijn in deze periode erg aktief om de geiten te dekken. De draagtijd is ongeveer 9 maanden. Opvallend is dat de vrucht in de wintermaanden niet groeit. Pas tijdens de voorjaars maanden komt de groei goed op gang. In de winter leven reeën in groepsverband. Het voedsel bestaat voornamelijk uit kruiden en grassen, maar ook bladeren en knoppen van loof houtsoorten. Knoppen en jonge twijgen van fruitbomen zijn erg in trek, evenals jong graan en suikerbieten. Veel mensen die reeën willen zien zullen daarvoor willen afreizen naar de Hoge Veluwe, omdat men in Zeeland geen reeën verwacht. Toch is zo'n reis met nodig, want de ree komt - behalve in Zeeuws-Vlaanderen - in alle delen van Zeeland voor. Dat betekent niet dat je in Zeeland zo maar reeën te zien krijgt. De levenswijze en het voorkomen is heel anders dan van bijvoorbeeld hazen. De beste mogelijkheden om reeën te observeren doen zich voor in de maanden oktober tot december, als ze groepsgewijs leven. Wie in die periode gedurende de ochtend- of avondschemering een gebied waar reeën vorkomen bezoekt, heeft een redelijke kans ze te ontmoeten. Het is daarbij zaak om zorgvuldig te werk te gaan. Zo maar het veld inlopen in de hoop op succes maakt de kans op slagen wel erg klein. Het beste is om in de auto het gebied te doorkruisen en in het bijzonder aan de rand van bossen, rietvelden e.d. extra alert te zijn. Blijf - ook als u reeën ontdekt heeft - in de auto, om verstoring te voorkomen. In de maanden mei en juni worden door wandelaars nogal eens pas geboren kalfjes ontdekt. Het is van bijzonder groot belang om die met rust te laten. Vaak worden de kalfjes meegenomen in de veronderstelling dat ze door de moeder verstoten zijn, terwijl de moedergeit op enige afstand het kalfje voortdurend in het oog houdt! Het is bijzonder moeilijk om eenmaal meegenomen kalfjes weer terug te zetten in de natuur. Reeën komen nog niet zolang voor in Zeeland. De eerste meldingen - begin zestiger jaren - komen uit Zuid-Beveland. Deze reeën waren afkomstig uit Brabant. Grote leefgebieden komen in Zuid-Beveland niet voor, maar de reeën leven verspreid in kleinere concen traties, zoals bij Wolphaartsdijk (De Piet), bij Goes (Poelbos), 's-Gravenpolder en Hoedekens- kerke in de omgeving van riet kragen en in de buurt van Rilland. Zo nu en dan komen er meldingen binnen van enkele exemplaren in boomgaarden. De reeën op Walcheren moeten afkomstig zijn van Zuid-Beve land. De eerste reeën werden gesignaleerd aan het begin van de jaren zeventig. Het bleek al spoedig dat vooral het duingebied "Oranjezon" een goed leefgebied voor ze is. Thans komen reeën langs de hele kuststrook van Walcheren voor. Ook houden ze De jonge bossen rond het Veerse Meer. Eén van de plaatsen in Zeeland waar heel vaak reeën aan te treffen zijn. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1988 | | pagina 14