-ui Als gevolg van eeuwenlange vergravingen stonden grote delen van het zeeuwse polderland in de winter onder water. Pas na de Tweede Wereld oorlog is hierin op veel plaatsen ver andering gekomen. kwaliteit) die men importeerde uit Vlaanderen, Brabant, Holland en elders. Steeds vaker opgelegde verboden leidden er mede toe dat in de zestiende eeuw het moeren in omvang sterk terugliep. De brandstof werd aangewend voor diverse doeleinden: voor de eigen huisbrand en voor het gebruik bij allerlei industriële activiteiten als steenbakkerij, kalkbranderij en zoutfabricage. Inheemse steen is de eeuwen door altijd maar op beperkte schaal gebakken (Hollestelle, 1961). Schelpkalkbranderijen zijn aan de kust een normaal verschijnsel. Een lokatie van deze activiteit zo dicht mogelijk bij de grondstof ligt meer voor de hand dan één ver landinwaarts. De weinige (overigens: kustnabije!) sporen van Romeinse bouw werken in Zeeland wijzen eerder op een bescheiden dan een massaal voorkomen van deze branderijen in zo'n vroege periode. Zowel de produktie van inheems als de raffinage van geïmporteerd zout vereisten eveneens brandstof. Zeker al in de Romeinse tijd is, geheel afgezien van de vraag naar de fabricage-technieken, sprake geweest van een bloeiende Zeeuwse zoutindustrie (Brongers Woltering, 1978). Voor al deze doeleinden zal veen zijn gebruikt als brandstof. Als grondstof werd het veen gebruikt bij de zoutfabricage, de selnering. Die toepassing vereiste uiteraard zout veen. Zeker niet overal, maar stellig wel plaatselijk in de nabijheid van geulen en kreken was het veen in de Romeinse tijd al met zeewater doordrenkt. Naarmate de zee- mvloed sindsdien sterk toenam, maakte een steeds hoger zout gehalte van het veen de winning enerzijds aantrekkelijker; ander zijds werd de bereikbaarheid van het zoute veen telkens geringer onder een verder opslibbend kleidek. De lokatie-keuze was bij de selnering wel heel weinig problematisch: met (zout) veen in de nabijheid beschikte men In sommige oud landgebieden komen 's winters groepen kleine zwanen voor. 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1988 | | pagina 4