Tussen de bruinige graspollen zijn ze al gauw weer aan het oog onttrokken. Als ook de winter- talinkjes weer neergestreken zijn lijkt het tijd om op te stappen; alles is nu wel bekeken. Maar weer is opeens de lucht vervuld met vogelkreten. Stelt lopers zijn het, van de slikken in de Oosterschelde verdreven door de opkomende vloed en nu op pad naar hun vaste plekje om te „overtijen". Nieuwe verschijningen bij de kreekeen groepje rosse grutto's in hun grijsbeige winter- kleed, een paar zilverplevieren en - hekkesluiter als altijd - een troep lawaaiige scholeksters. Een blauwe reiger ziet al dat drukke gedoe met stoicijnse kalmte aan Het vogelleven in de kreek is elke dag weer anders. Nu eens ontwaar je het karakteristieke silhouet van de roerdomp langs de rietkraag, dan weer klinkt er de metalige roep van de waterral of het ingehouden gefluit van een groep smienten. Elke vogeltocht naar de Bruin- tjeskreek levert verrassingen op. Door al die vogels zou je haast vergeten dat de kreek nog zoveel meer te bieden heeft. De bruine kikker die heel vroeg in het voorjaar zijn eieren afzet in de drinkputten bijvoorbeeld. Vertrekpunt excursie. Of de bunzing die de rietvelden afstroopt op zoek naar prooi. Boeiend is ook de subtiele rang schikking in de plantengroei. Kweldergras enerzijds en moeras- zoutgras anderzijds geven haar scherp aan waar het zilte grond water domineert en waar niet. Valse voszegge en zeegroene rus geven de plekjes aan die een gedeelte van het jaar onder water staan. Alles bij elkaar ingrediënten te over voor een boeiende wan deling op zaterdag 11 februari 1989 om 10.00 uur. Het vertrekpunt is aangegeven op het kaartje bij dit artikel. Tot dan. De sperwer is een geregelde gast langs de Bruintjeskreek. ,A n n aJ^cofoapjjidei 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1988 | | pagina 7