De regiobeheerders Wisseling van de wacht in Midden-Zeeland door M. Jacobusse Tussen 1975 en nu groeide het Zeeuwse Landschap uit van een kleine instelling met één enkele part-timer in dienst tot een provinciale organisatie met een team van 14 vaste medewerkers. Die groei staat in direkte verhouding tot de toename van het aantal veiliggestelde natuurterreinen. Enkele jaren geleden werd besloten om de provincie op te delen in vier regio's, elk met apart personeel. Op die manier is het directe contact met het terrein en met de mensen in de regio optimaal gewaarborgd. De regiobeheerder vervult daarin een spilfunctie. Met ingang van 1989 verruilde Ron Brouwer de regio Midden- Zeeland voor Sint-Philipsland. Chris de Groot werd aangesteld als nieuwe regiobeheerder voor Midden-Zeeland. In dit dubbelinterview komen beiden aan het woord. Ron Brouwer (42) was bij het Zeeuwse Landschap één van de eerste vaste personeelsleden. In 1977 verruilde hij een opzichtersfunktie bij het Zuidhollands Landschap voor die van „plaatselijk beheerder" in West-Zeeuws-Vlaanderen. Ron groeide op in de tijd dat natuurbeschermers de geitenharen sok als vaandel voerden. Hield daar een benijdenswaardig gemakkelijke levenshouding en een neiging tot ellenlange bespiegelingen aan over. Bij het Zeeuwse Landschap bouwde hij een reputatie op in het aandragen van originele oplossingen voor allerlei beheersproblemen waar hij in de loop van de jaren mee geconfronteerd werd. Voor intimi springt vóór alles Rons warme menselijkheid in het oog. Mijn eerste vraag aan Ron: hoe kwam je er toe om natuur bescherming als je beroep te kiezen? Als je wat verder terugkijkt, stam ik uit een geslacht van stropers en vogelvangers. Je zou dus kunnen zeggen dat het in het bloed zit. Ik was al heel jong lid van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie en later van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging. Toen ik hoorde dat er een opzichtersfunktie vrij kwam in Voorne's duin solliciteerde ik en werd aangenomen. Mijn voorganger vond het maar zo-zo. „Jij met je MULO-papiertje moet carrière maken en dan moet je hier niet wezen," zo was zijn commentaar. Het werk bij het Zuidhollands Landschap was eigenlijk een soort politietaak. Toezicht houden op het publiek vormde de hoofdmoot. Later kwam daar ook publieksbegeleiding bij. Het leiden van excursies werd een favoriete bezigheid. Rons overgang naar Zeeland ging niet vanzelf. Ik heb me daar echt los moeten branden. Het was een ontzettende overgang van het intieme duinlandschap naar het Zeeuws-Vlaamse polderland. De eerste weken woonden we in een caravan en als je dan 's nachts die wind hoorde gieren Overdag voelde je je in de ruimte verloren. Het veldwerk in Zeeuws- Vlaanderen werd in het begin vooral door vrijwilligers (werklozen met behoud van uitkering) gedaan. Geleidelijk werd een professionele beheersdienst met vaste werknemers opgebouwd. Tot voor enkele jaren werden de velddienstmedewerkers ingezet in de hele provincie. Zo kwam het voor dat de ploeg de ene dag naar Cadzand en de volgende dag naar Anna Jacobapolder ging om weer een dag later ergens op Walcheren of de Bevelanden aan de slag te gaan. Zonde van de lange reistijden, blikt Ron terug. Niettemin verzekert hij dat de inzet van en Ron Brouwer verruilde de regio Midden-Zeeland voor Sint-Philipsland. de contacten met de velddienst altijd heel goed waren. Gevraagd naar hoogtepunten in zijn werk bij het Zeeuwse Landschap noemt Ron eerst ervaringen uit de begintijd. De contacten met Guido Burggraeve - conservator van het Belgische Zwin - waren heel plezierig. Verder was ook de verhouding met de Zeeuws- Vlaamse natuurbeschermings vereniging „Het Duumpje" heel stimulerend. In het begin was er in de streek zo'n beetje de houding van „wat mot zo'n vreemde Hollander hier?" Maar de mensen van het Duumpje stonden vanaf het begin altijd achter ons. Een duidelijk hoogtepunt was ook de viering van het 50-jarig jubileum. Ik had toen echt het gevoel van: dit is iets wat je met elkaar tot stand hebt gebracht, een staaltje van teamwork. Zo'n lange staat van dienst leverde waarschijnlijk ook de nodige negatieve ervaringen op? Het antwoord laat even op zich wachten. Tja, ik kan niet altijd mee met de houding van de natuur bescherming in de maatschappij. Vaak is er een eenzijdige opstelling van ach en wee. Men zou meer toenadering moeten zoeken tot andere maatschappelijke groeperingen. Grote lijnen zien in plaats van stokpaardjes berijden. Men leeft soms te veel op een eilandje. Een open en realistische opstelling II

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1989 | | pagina 11