Armebosschen de bakkersovens. Het ging om 3500 a 4000 mutserds per gemet. (1 gemet 0,4 ha). De opbrengst van het Armebosch De Geeren (zie figuur) in mutserds was: 1846 1853 1860 1867 1874 4175 stuks 3500 stuks 3100 stuks 5047 stuks 3874 stuks NJN-kamp bezig met „piepers jassen in elzenmeet van Job Sluis (Wilhelminahoeve, Rcnesse; 1938). de Veel informatie over elzenmeten is bewaard gebleven dank zij het feit dat de gemeente en de kerk van ieder duindorp een aantal elzenmeten bezaten, die verpachtten en bovendien het hout om de 7 jaar verkochten ten behoeve van de armen. Het oud-archief van Haamstede herbergt een schat aan gegevens in de vorm van lijsten en tekeningen van deze „Bosschen aankomende den Armen" ofwel „Armebosschen". De gegevens lopen van 1770 tot 1916! Vooral in de 19e-eeuwse pachtovereenkomsten staan veel beheersvoorschriften. De pachters zullen het bos „prompt heinbaar moeten houden en de dijken houtwallen) rondom dezelve behoorlijk opzetten". Wanneer dezelve Bosschen op meetjes leggen (gekapt zijn), gemelde Bosschen ten minste tweemaal te bezaaijen en dezelve vervolgens als dan jaarlijksch met hunne beesten mogen laten afzetten doch niet anders dan van Primo mei tot Primo september" en dat „dezelve door de pachters van braam, doorn, hoppe en andere Vuilnis onkruid) worden gezuiverd". Het hakhout werd verkocht aan de bakker, de smid of de herbergier. Houtskool was een bijprodukt in Elzenmeet bij Renesse. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1989 | | pagina 9