Ruilverkaveling Walcheren,
winst voor natuur en landschap?
door G.J.C. Buth
Multifunktionele
landinrichting
Vanaf 1981 worden plannen
voorbereid om Walcheren
grotendeels opnieuw te
verkavelen. Associeerde je tot
voor kort het fenomeen
ruilverkaveling met grote
verliezen voor natuur en
landschap, de laatste jaren
wordt in toenemende mate bij
dergelijke projekten ook met
deze funkties van het landelijk
gebied rekening gehouden.
Toen de voorbereidingen voor
Walcheren van start gingen was
dat één van de eerste
herverkavelingsprojekten in
Zeeland waarbij de
natuurbescherming een officieel
lid voor de landinrichtings
commissie mocht leveren.
Vanaf 1984 is de bioloog Bert
van de Hoef namens de natuur
beschermingsorganisaties lid
van deze commissie. Hieronder
een gesprek met hem over zijn
ervaringen en verwachtingen
als commissielid.
GJB: Hoe is het werken als
natuur-vertegenwoordiger in
een uit zeven man bestaande,
grotendeels agrarisch gerichte
commissie?
BvdH: Ik ben redelijk positief
over wat ik in de commissie voor
elkaar kan krijgen. Een algemeen
misverstand is de gedachte dat
voorstellen bij meerderheid van
stemmen worden aangenomen.
Besluiten worden echter pas
genomen als de commissie er
zich unaniem achter kan stellen.
Dit houdt wel in dat er vaak lang
gepraat moet worden om
uiteindelijk een compromis te
bereiken waarin iedereen zich
kan vinden, zeker voor zo'n
groot herverkavelingsblok als
Walcheren, dat zo'n 14.550 ha
beslaat. De sfeer binnen de
commissie is goed en in de loop
van de tijd is er tussen de leden
min of meer een band gegroeid,
waarbij de scherpe kantjes wat
betreft persoonlijke opstelling er
wat afgegaan zijn. Iedereen
binnen de commissie is zich
ervan bewust dat er binnen een
bepaalde tijd plannen moeten
worden opgesteld om de
ontwikkelingen van het
ruilverkavelingsproces niet te
stagneren. Wat dit betreft hebben
we nu een belangrijke fase
nagenoeg afgerond; het
Voorontwerp-plan is grotendeels
klaar en zal waarschijnlijk zomer
1990 de inspraak in gaan. Toch
was het vooral in het begin voor
de landbouwvertegenwoordigers
wel wennen om rekening met
natuur en landschap te houden,
omdat volgens de ruil
verkavelingstraditie agrarische
belangen altijd sterk de boven
toon hebben gevoerd. Ook nu
heb ik in de commissie nog wel
eens het gevoel dat bij
discussiepunten de voorzitter de
balans te snel naar het agrarische
belang laat doorslaan.
GJB: Je zei net dat na verloop
van tijd de scherpe kantjes eraf
gaan. Dreigt niet het gevaar dat
je zo te veel concessies doet?
In hoeverre koppel je terug met
de natuurbeschermende
instanties?
BvdH: Het gevaar van te veel
concessies is denk ik niet zo
groot. Eéns in de twee maanden
vindt in Goes het zogenaamde
landinrichtingsoverleg plaats, dat
gecoördineerd wordt door de
Zeeuwse Milieufederatie. Hierin
zitten vertegenwoordigers van de
natuurbescherming en natuur-
commissieleden uit andere
Zeeuwse herverkavelings
projekten. Via de Milieufederatie
zijn er contacten met landelijke
organisaties als Natuur en Milieu,
waardoor ook beroep op hun
deskundigheid gedaan kan
worden betreffende het land-
mrichtingsgebeuren. Naast het
uitwisselen van ervaringen komt
in het landinrichtingsoverleg
tevens aan de orde wat voor een
bepaalde ruilverkaveling voor
gesteld kan worden en wat
minimaal gehaald dient te
worden. Over deze zaken heb ik
trouwens ook regelmatig overleg
met medewerkers van het
Ministerie van Landbouw en
Visserij.
GJB: De ruilverkaveling
Walcheren loopt al vanaf 1981.
Vooral de laatste jaren vinden
grote veranderingen plaats wat
betreft het landelijke gebied:
De Europese landbouw loopt
vast op overproduktie, terwijl
Bert van de Hoef,
namens de
natuurbescherming
lid van de
landinrichtingscom
missie Walcheren.
12