Zeeuws Landschap
Van de redactie
5e jaargang nr. 3
september 1989
HET ZEEUWSE
LANDSCHAP
Redactieadres
Stichting
"Het Zeeuwse Landschap"
Landgoed Landlust
Postbus 25
4450 AA Heinkenszand
Telefoon 01106-2640
Postrekening 245740
Bank: ABN Middelburg
Rek.nr. 51.03.36.167
Giro van de bank 46882
Redactie
P.H. Nienhuis (voorzitter)
R.J.B.M. Willems
J. v. d. Boom
G.J.C. Buth
M. Jacobusse
J. van Kasteel (eindredacteur)
Kopij
Bijdragen voor dit blad in de vorm van
artikelen, ingezonden stukken, foto's enz.
kunnen worden gezonden aan de redactie.
Inlevering voor het eind van elk kwartaal.
Plaatsing van deze artikelen betekent niet
dat deze het inzicht van de redactie
weergeven.
Foto's en illustraties
Ch. Jacobusse 1, 3, 4, 5, 6, 7, 12, 13, 14,
15, 17, 20
C. Riemslag 4
H. Joziasse 20 (bloedsteelmycena)
Vormgeving en druk
Pitman B.V., Goes
Inhoudsopgave
- Van de redactie 2
- Boomkikkers in West Zeeuws-
Vlaanderen 3
- Wandelingen door het Zeeuwse
Landschap 6
- Uit het beheer 8
- Week van het landschap 1989 10
- Excursies 11
- Ruilverkaveling Walcheren, winst voor
natuur en landschap 12
- De bordjes verhangen?! 15
- Spotvogels en andere zangers 16
- Eendenkooi Anna Jacobapolder 20
Zeeuws I.andschan is een mrpave van en de 7r»rp vnnr landsrhannelnk
"Zeeuws Landschap" is een uitgave van
de Stichting "Het Zeeuwse Landschap".
Het blad verschijnt vier maal per jaar en
wordt toegezonden aan begunstigers van
de Stichting. De uitgaven van de Stichting
geven voorlichting over het behoud van
en de zorg voor landschappelijk,
natuurwetenschappelijk en cultuur
historisch belangrijke terreinen in het
algemeen en in Zeeland in het bijzonder.
Overname van artikelen en illustraties
alleen met toestemming van de redactie.
Omslagfoto
Nazomer op de Rumoirtschorren
Enigszins overschaduwd door de
publiciteit rond het uitkomen
van het Nationale Milieubeleids
plan, heeft de demissionaire
minister Braks afgelopen voorjaar
het Natuurbeleidsplan
uitgebracht. Geeft het Milieu
beleidsplan de noodzaak van
drastische maatregelen voor de
verbetering van de lucht, de
bodem en het water aan, in het
Natuurbeleidsplan wordt ervan
uitgegaan dat daarnaast tevens de
nog steeds doorgaande teloorgang
van natuur- en landschaps
waarden krachtig aangepakt moet
worden om ons land nu en later
leefbaar te houden. In het
Natuurbeleidsplan kiest het rijk
voor het herstel en behoud van
een ecologische hoofdstruktuur
van Nederland. Een dergelijke te
creëren ecologische hoofd
struktuur zal gevormd worden
door een netwerk van in de
eerste plaats de reeds bestaande
natuurgebieden en waardevolle
landschappen. Daarnaast zullen
zogenaamde natuur
ontwikkelingsgebieden
belangrijke onderdelen van dat
ecologische netwerk gaan
vormen. Die ontwikkelings
gebieden zijn in de meeste
gevallen gebieden die op dit
moment een agrarische funktie
hebben en tevens belangrijke
landschappelijke- en natuur
waarden vertegenwoordigen.
Door middel van natuurbouw-
maatregelen en een ecologisch
beheer zullen de potentiële
natuurwaarden hier verder
ontwikkeld worden. In de
praktijk zal dat betekenen dat
gronden aan de gangbare land
bouw onttrokken worden. (Dit
sluit aan bij voorstellen in de
recent uitgekomen Structuurnota
Landbouw van Minister Braks.)
Natuur buiten de traditionele
natuurgebieden dus. Voor
Zeeland wordt in het Natuur
beleidsplan onder andere een
strook achter de verschillende
duingebieden als natuur
ontwikkelingsgebied aangegeven,
evenals een strook langs de
Thoolse, Schouwse en Noord-
Bevelandse Oosterscheldekust en
de omgeving van de Zwaakse
Weel, de Braakman en de Wester-
schenge. Bij elkaar gaat het om
een oppervlakte van ettelijke
honderden hectaren. Voor de uit
voering van de plannen worden
onder andere genoemd het
verwezenlijken van natuur
ontwikkeling via landinrichtings-
projekten en het relatienota-
beleid. Tevens wordt er in het
kader van de decentralisatie
vanuit gegaan dat niet het rijk
maar de provincies een voor
trekkersrol zullen vervullen.
Voor Zeeland zullen dan echter
de bakens nog stevig verzet
moeten worden. Zoals elders in
dit nummer te lezen is komt
verwezenlijking van natuur- en
landschapsbelangen via een land-
inrichtingsprojekt nog maar
moeizaam tot stand, terwijl de
provinciale politieke wil om veel
aan natuurbescherming te doen
op dit moment niet groot is. Een
lichtpunt is misschien dat, na een
advies van een commissie van
wijze mannen, Gedeputeerde
Staten vorig jaar in haar
Strategische Verkenning de
waarden van een schoon en
groen Zeeland als een belangrijk
uitgangspunt voor het te voeren
beleid gekozen heeft. Weliswaar
kwam men niet zozeer uit het
oogpunt van ethische motieven
en „zorgen voor morgen" op dit
idee, maar vooral vanwege de
rekreatief-economische belangen.
Feit is echter dat het een hoopvol
uitgangspunt vormt. Nu het
Natuurbeleidsplan op tafel ligt,
en het rijk hiervoor de komende
jaren 317 min. extra wil uit
trekken, krijgt Zeeland de kans
om het concept „Zeeland, groene
kwaliteitsprovincie" concreet te
maken.
G.J.C Buth