er op. De mannetjes daarentegen
blijven meestal nog bij het water
om met andere vrouwtjes te
paren.
Na de paartijd worden de
vochtige plaatsen ingeruild voor
een leven aan land. Ze verblijven
dan in ruige hagen en struwelen
van o.a. braam en meidoorn.
Hier bemachtigen ze hun
voedsel, hoofdzakelijk insecten.
Uit onderzoek is gebleken dat de
boomkikker een grote
verscheidenheid aan soorten op
het menu heeft staan. Een grote
soortenrijkdom aan insecten
vinden we alleen op die plaatsen
waar de chemische insecten- en
onkruidbestrijding achterwege
blijft.
Overwinteren doen
boomkikkers, net als andere
amfibieën door middel van een
winterslaap. In houtstapels,
composthopen, tuinafval e.d.
vinden de meesten een geschikt
plekje om de winter door te
brengen.
Het leefgebied van de
boomkikker wordt gekenmerkt
door een veelzijdig landschap
met een grote natuurlijke
variatie. In recente jaren is het
aantal boomkikkers verminderd
omdat het aantal leefgebieden
kleiner is geworden.
Veedrinkputten worden
gedempt, ruigtebegroeiing wordt
„onderhouden" door middel van
chemische onkruidbestrijding,
graslandgebieden en overhoekjes
verdwijnen. Door de veranderde
wijze van landgebruik is ook het
insectenleven verarmd, waardoor
het gevarieerde voedselaanbod
van de boomkikker steeds maar
terugloopt.
We kunnen de boomkikker als
een milieukritische diersoort
beschouwen. Op de plaatsen
waar deze soort zijn leefgebied
heeft, zijn ook de
leefomstandigheden voor andere
planten en dieren gunstig.
De bedreigingen die de
boomkikker treffen zijn dus van
betekenis voor een hele levens
gemeenschap, of andersom
geredeneerd, nemen we
maatregelen om het milieu
schoon te maken en de
natuurlijke variatie in het
landschap te vergroten, dan is
niet alleen de boomkikker
daarmee gebaat.
Het is van belang zo snel
mogelijk de teruggang van het
aantal leefgebieden van de
boomkikker te keren. De over
gebleven leefgebieden raken
verder van elkaar verwijderd en
steeds meer geïsoleerd. Een slecht
broedjaar in het ene gebied kan,
vanwege de nauwelijks te
overbruggen afstand, niet meer
gecompenseerd worden door
immigratie uit succesvolle
gebieden. Dit kan een verdere
inkrimping van het
verspreidingsareaal en een
daarmee samenhangende
achteruitgang van het aantal
De wallen van Retranchement; een gebied waar een belangrijke boomkikkerpopulatie voorkomt.
boomkikkers tot gevolg hebben.
Deze neerwaartste spiraal kan
doorbroken worden door de nu
bekende leefgebieden van de
boomkikker door gericht beheer
in stand te houden. Met name
het grensgebied tussen Cadzand
en Aardenburg wordt nog steeds
gekenmerkt door enkele
geschikte leefgebieden.
Nog niet zo heel lang geleden
kwamen er rond Retranchement
nog meer dan 100 roepende
mannetjes voor. Dit aantal is
inmiddels drastisch afgenomen
tot enkele tientallen.
Overschaduwing van de
voortplantingspoelen als gevolg
van achterstallig onderhoud van
de struikvegetatie kan hierbij
onder meer een rol hebben
gespeeld.
Dat het ook anders kan hebben
de terreinbeheerders van onze
Stichting laten zien. In één van
de reservaten was ten tijde van de
verwerving in 1984 de
boomkikker uit het gebied
verdwenen. Door het herstel van
de verlande drinkputten, het
plaatselijk terugzetten van het te
weelderige struweel en de
vergroting van de grenszone
tussen grasland en struweel nam
het aantal roepende mannetjes
toe tot 45 in 1988 en meer dan 50
in 1989.
In het kortgeleden verschenen
Natuurbeleidsplan worden de
boomkikker en ook de in dit
gebied voorkomende
kamsalamander genoemd als
soorten die de hoogste
bescherming verdienen. In dat
licht bezien is het wenselijk dat
alle leefgebieden van deze soorten
op zo kort mogelijke termijn in
onderhoud komen bij
terreinbeherende instanties en
dient er in de tussenliggende
gebieden een beleid plaats te
vinden, gericht op het herstel van
de natuurlijke variatie. Op deze
wijze kunnen de boomkikkers
zonder belemmering migreren
tussen de verschillende
leefgebieden.
Met behulp van
overheidssubsidies zijn er de
laatste jaren veel nieuwe
veedrinkputten gegraven. Het
leefgebied van de boomkikkers
omvat echter meer. Als we niet
willen dat binnenkort weer een
diersoort uitsluitend van achter
vitrines bewonderd kan worden,
dan moet er ook snel meer
gebeuren.
5