Rotganzen op voedseltocht. Zeegrassen en wieren zijn in het intergetijdegebied volop voorhanden. die er vroeger niet over peinsden om de „kale" slikken op te gaan, hebben nu de rijkdom van het intergetijdegebied „ontdekt". Je hoeft er immers maar 25 meter voor te lopen? Natuurbeschermers worden vaak beschuldigd van nostalgie. Ook nu aan de roofbouw op de Oosterschelde, dankzij de wettelijke aanwijziging tot Natuurmonument, paal en perk wordt gesteld, klinkt alom het verwijt dat de natuurbescherming onvoldoende oog heeft voor de maatschappelijke ontwikkelingen. Wie de waarden van de Oosterschelde kent weet wel beter! Terug naar de Krabbenkreek. Daar is heel mooi te zien hoe het zand en slijk die beetje bij beetje worden aangevoerd door het vloedwater geleidelijk tot het ontstaan van nieuw land voert. De golven hebben er vloedribbels afgezet, en links en rechts beginnen zich al getijdekreken uit te schuren; een eerste bewijs dat het water geleidelijk terrein verliest. De eerste hogere planten die zich op de overigens nog onbegroeide slikken vestigen zijn de zeegrassen. Dat zijn smalbladige waterplanten die bij laagwater plat op de slikken liggen. Bij hoogwater staan de planten rechtop en dan lijken de zeegrasvelden op uitgestrekte onderwaterbossen met een uitgebreid scala van bewoners. Als zich eenmaal echte landplanten gevestigd hebben raakt de ontwikkeling in een stroomversnelling. Engels slijkgras en zeekraal zijn de pioniers, maar zij krijgen spoedig gezelschap van schorrenkruid, zeeaster, schijnspurrie en lamsoor. Het landschap wordt steeds fijnmaziger, de kreken schuren dieper uit en vertakken zich vele malen tot waar ze uitlopen in kleine geultjes die de lage kommen van water voorzien. Het zal niet lang meer duren voordat een deel van de Krabbenkreek bij vloed droogblijft. Dan is de beurt aan de broedvogels. Onze wandeling in de Krabbenkreek is op zaterdag 18 november om 10.00 uur. Vertrek vanaf het punt dat is aangegeven op het kaartje bij dit artikel. Zoals altijd bent u van harte welkom. Vertrekpunt excursie. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1989 | | pagina 7