Ganzen observeren in Zeeland Vermijdt verstoring Op ganzentocht. Wanneer? Ganzengebieden Tenslotte Voor tal van enthousiaste vogelaars was het de eerste stap op weg naar een boeiende hobby: ganzen observeren. Ze zijn niet al te moeilijk uit elkaar te houden en bovendien maakt hun voorkeur voor open gebieden het mogelijk om zonder ze te verstoren veel over hun gedrag te leren. Hieronder volgen wat tips voor wie er zelf op uit wil gaan. Het voorkómen van verstoring van de ganzen moet bij iedere ganzentocht vooropstaan. Het is niet alleen in het belang van de ganzen, maar ook van de waar nemer. Wie zomaar op een groep ganzen afloopt verjaagt ze, soms voor lange tijd. Verlaat daarom nooit de openbare weg; met een verrekijker zijn er volop mogelijkheden om, vanaf de aan ganzengebieden grenzende wegen de vogels in hun doen en laten te observeren. De auto is een ideale schuilhut, niet alleen tegen koude en neerslag. Ganzen gaan veel sneller op de vlucht voor een wandelaar of fietser dan voor iemand in de auto. Natuurlijk is dit geen aanmoediging om al kilometervretend het milieu verder te vervuilen. Ganzen komen door heel Zeeland verspreid voor. Het is beslist niet nodig om lange tochten te ondernemen. Het hele jaar door zijn in Zeeland wilde ganzen te vinden. Dat geldt met name voor de grauwe gans, die op verscheidene plaatsen in Zeeland broedt. De meeste broeden in West-Zeeuws- Vlaanderen. Langs het Groote Gat bij Oostburg zijn ze het hele jaar te zien vanaf de Kaas- en Broodsedijk. Elders zitten de broedende ganzen meer verspreid en bovendien leven ze vaak tamelijk verborgen. De beste maanden om ganzen te observeren zijn december, januari en februari. Alle soorten die hier voorkomen zijn dan te zien en ze bereiken in deze periode hun aantalstop. In een gemiddelde winter gaat het om meer dan 50.000 ganzen, maar in strenge winters zijn er soms meer dan 150.000 aanwezig. In zachte winters begint eind januari alweer de trek naar de noordelijke broedgebieden. De rietgans trekt het eerst weg, spoedig gevolgd door brand- gans, kolgans en grauwe gans. Afgezien van de rotganzen en de hier broedende grauwe ganzen zijn de laatste exemplaren zo rond eind maart vertrokken. De rotgans broedt in West- Siberië; de eerste trekkers arriveren al eind september en pas in mei trekken de laatste exemplaren weer weg. De meeste ganzen zoeken iedere winter weer hetzelfde gebied op om er te over winteren. Daardoor is het tamelijk goed te voorspellen waar ze te zien zijn. Overigens ligt dat voor iedere soort verschillend. Daarom wordt per soort een opsomming gegeven waar de belangrijkste concentraties voorkomen. Kolgans Kolganzen hebben een voor keur voor grote aaneengesloten granslandgebieden. Vaste pleisterplaatsen zijn onder meer de Goesse Poel, de Yerseke en Kapelse Moer, de Hengstdijkse Putting en de Braakman. Kleinere aantallen zijn te vinden in het Prunjegebied op Schouwen en langs enkele kreken in West-Zeeuws- Vlaanderen. Rietgans Rietganzen leven voor een belangrijk deel van op de akkers achtergebleven oogstresten van bijvoorbeeld aardappelen en suikerbieten. Dankzij die voedselkeuze zijn rietganzen in heel Zeeland verspreid te vinden. Ze opereren meestal in kleine groepen van enkele honderden exemplaren. Grauwe gans Afgezien van de -relatief kleine- broedpopulatie overwintert de grauwe gans in Zeeland vrijwel uitsluitend in het Verdronken Land van Saeftinghe. Daar kan het aantal oplopen tot zo'n 10.000 exemplaren. In de trekmaanden (oktober/ november en maart/april) kunnen door heel Zeeland overtrekkende grauwe ganzen worden gesignaleerd Brandgans De brandgans komt vooral voor in het noordelijk deel van Zeeland. Met name in de Grevelingen komen flinke aantallen voor. Binnendijks gaat het slechts om enkele duizenden exemplaren. Ze zijn te vinden op de graslanden langs de zuidkust van Schouwen, het middendeel van Noord-Beveland en kings het Veerse Meer (Middelplaten). Verder worden nu en dan groepjes brandganzen waar genomen tussen de fourage- rende kolganzen. Rotgans De rotgans is van oorsprong een soort van het buitendijkse gebied. Daar leeft de soort van zeegras en allerlei wieren. De laatste decennia heeft de Rotgans zich ook binnendijks verspreid, maar ze blijven steeds in de buurt van zout water. In Zeeland zijn ze met name te vinden rond de Grevelingen en de Oosterschelde. Langs de Westerschelde gaat het om slechts enkele exemplaren. Een goede vogelgids en een verrekijker zijn voor een geslaagde ganzentocht vrijwel onmisbare attributen. Het Zeeuwse Landschap wenst u veel plezier op uw tocht 1 i

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1989 | | pagina 14