De blauwe reiger terug
op Ter Hooge
door Koos Minnaar
Na een mislukte poging in 1988
is het twee paar blauwe reigers
dan toch eindelijk gelukt om op
Ter Hooge te broeden en jongen
groot te brengen.
Vorig jaar bleek een nest eieren
te bevatten, waar al spoedig
alleen de schalen van werden
teruggevonden.
De blauwe reiger is een
kolonievogel; er komen jaarlijks
echter meerdere solitaire broed-
gevallen voor die tot kolonies
kunnen uitgroeien.
De hoop was dus gevestigd op
1989, en het linkergedeelte van
het bos, rond de waterpartij (de
Vogelvijver), werd tot geheel
verboden gebied verklaard.
Op het moment dat ik dit uittyp
(4 juni) zijn er 2 nesten.
De drie jongen uit het eerste
nest zijn al behoorlijk groot,
scharrelen wat rond in de buurt
van het nest en het zal niet lang
meer duren of ze vliegen uit.
Het tweede nest bevat ook drie
jongen die enkele weken later
zijn uitgekomen.
200 vestigingen. Het broed-
bestand in 1986 werd geschat
op 8.000-9.000 paar. In West-
Europa broeden ca. 30.000
paren.
In het broedseizoen is de vogel
afhankelijk van vis, maar daar
buiten is hij w einig kieskeurig.
Het landgoed met het om
liggende gebied voldoet goed
aan zijn biotoop-eis. Slechts 30%
broedt in de eigen geboorte
kolonie en ongeveer 45% van de
kolonies is gevestigd op
landgoederen en boerderijen.
Sinds hun volledige bescher
ming in 1963 zijn ze zich meer
gaan aanpassen aan de mens.
Net als in de ons omringende
landen werd de soort vroeger
hevig en hardnekkig vervolgd.
Een duik in de geschiedenis
leert ons dat in 1925 één paar
blauwe reigers op Ter Hooge
heeft gebroed (dat jaar een
kolonie van 135 paar in
Nieuwland!)
Daarvoor zijn van Ter Hooge
geen aantallen bekend.
De "Ter Hooge-kolonie"
bereikte zijn hoogtepunt tijdens
de inundatie.
Op 23 april 1943 werden 26
nesten geteld plus nog 12 in
aanbouw, zodat het aantal op 38
werd geschat.
Op 3 juni 1945 telde de kolonie
zeker meer dan 50 nesten.
Bij de telling in 1949 bleek
echter deze kolonie, als gevolg
van het droogvallen van
Walcheren, geheel verlaten te
zijn.
Dat jaar restte nog alleen de
kolonie van Nieuw en St.
Joosland (Hof "Nieuwlands-
lust"), die tot 1965 (met ca. 8
paar) in stand bleef. De blauwe
reiger verdween daarna als
broedvogel van Walcheren.
Het tijdelijk geheel afsluiten van
het westelijk deel van het bos
door het Zeeuwse Landschap is
een goede zaak. Het is zeker
niet voor niets gebeurd!
Blauwe reiger
De blauwe reiger is gedeeltelijk
trekvogel, maar het gehele jaar
door worden er op Ter Hooge
blauwe reigers waargenomen in
wisselende aantallen.
Broedvogels uit Noord- en Oost-
Europa verlaten hun broed
gebied geheel.
Broedvogels uit andere delen
van Europa trekken maar ge
deeltelijk weg, meestal over vrij
korte afstanden.
Sommige vogels trekken vrij ver
en passeren zelfs de Sahara.
Vanaf juni nemen de aantallen in
het Deltagebied sterk toe, met
een piek in september oktober,
wanneer de uitgevlogen jongen
gaan zwerven en andere vogels
(door)trekken.
Het broeden begint meestal in
januari/februari als de bomen
nog kaal zijn.
In de jaren 1973-1977
schommelde het aantal broed-
paren in Nederland rond de
9.000-10.000, in iets meer dan
16
'Kpü'
V V'