feÉÏ m '01. J s'im n f/it :iMK '<>i M.J.: Welke vooruitzichten biedt dat voor de lange termijn Wordt de boer parkwachter? VdM: De boer zal ook in de toekomst in de eerste plaats producent van landbouw producten blijven. De beheers gebieden kunnen één generatie lang soelaas bieden. Maar ik verwacht dat het op termijn toch uitdraait op of natuurgebied öf landbouwgebied. Daarom ben ik voor een gescheidenheid van functies. De natuurbescherming zou de prioriteit moeten leggen op de vorming van grote reservaten, daar waar de kansen het best zijn. Niet overal snippers aankopen. De Relatienota gaat uit van een uiteindelijk streefdoel van 500.000 hectare waarop het beleid van toepassing zou zijn. Dat is ongeveer een kwart van alle landbouwgrond in Nederland. Dat streefgetal is irrealistisch en op termijn onbetaalbaar. De eerste 100.000 Kiekendieven. Historische boerderijen dragen veel bij aan de belevingswaarde van het landschap. hectare is inmiddels zo'n beetje verdeeld. Men wil nu op naar de 200.000. Maar daarmee is wat de landbouw betreft het plafond bereikt. M.J.: Afgezien van het directe behoud van natuurwaarden wordt de landbouw ook geconfronteerd met steeds strengere milieu-eisen. Is dè toekomst aan het biologisch boeren? VdM: Biologisch-dynamische landbouw kan uitgroeien tot een deelmarkt, maar ook niet meer dan dat (Je moet denken in procenten). Die markt moet voorzichtig opgebouwd worden. Maar de overgrote meerderheid van de consumenten zal blijven kiezen voor de goedkopere producten die op reguliere wijze geteeld worden. Vooral ook omdat de produktiemethoden in de reguliere landbouw steeds milieuvriendelijker worden. Daarbij gaat het overigens wel eens wat te snel, want de kosten voor milieuvriendelijk produceren zijn hoog. En binnen de E.G. blijft men zitten met een open concur- rentie-positie. Neem bijvoor beeld Captafol, een bestrijdings middel tegen schimmels in het graan. In Nederland is het een verboden middel, maar in België, Frankrijk en Engeland is het vrij verkrijgbaar. Als men zich daarbij realiseert dat het Nederlandse brood voor 60% uit Franse granen en voor slechts 20% uit Nederlandse granen wordt bereid, is zo'n verbod dan nog zinnig? Anderzijds geef ik 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1989 | | pagina 7