Spouwmuren Hangposities Bunkers en andere versterkin gen uit de Tweede Wereld oorlog zijn er in Zeeland in een grote verscheidenheid. Bunkers zijn gemaakt van gewapend beton met hier en daar. vaak later aangebracht, metselwerk. Vleermuizen vinden er een hangplaats in scheuren en spleten en soms in afgesloten ventilatiekokers en schoor stenen. Ze kunnen ook een onderkomen vinden in be schadigde lateien in het plafond. Ook voor bunkers geldt dat in het open landschap liggende exemplaren geen geschikt biotoop zijn. Gebruik als onder komen voor vee heeft een negatief effect op de geschikt heid. Ondergrondse bunkers, en speciaal die welke gelegen zijn in een bosgebied, vormen wel een goed onderkomen voor de winter. De laatste tijd bestaat de neiging om ze om allerlei redenen te slopen. Zo is in Valkenisse door het Waterschap Walcheren het plan opgevat een aantal bunkers in de duinen af te breken in verband met de aantasting van de waterkerende functie van de duinen. Door ingrijpen van de gemeente Valkenisse is echter voorkomen dat de bunkers onder de slopershamer kwamen. In 1989 heeft de gemeente Oostburg een begin gemaakt met de sloop van de bunkers in de gelijknamige kern. De vernietiging is om cultuur-historische redenen niet juist. Het belang van de bunkers als winterverblijfplaats voor vleermuizen voegt er een natuurhistorisch argument bij. Spouwmuren in hedendaagse gebouwen vormen een ideale verblijfplaats voor vleermuizen, zowel in de zomer als in de winter. In de winter zijn ze uitermate geschikt vanwege de uitstekende bescherming en de aanwezigheid van een tempera- tuurgradiënt in de spouw. Door deze gradiënt kan de vleermuis gaan hangen op een plaats met het meest optimale micro klimaat. Bij de sloop kunnen vleermuizen in de spouwen wel eens gestoord worden in hun winterslaap. Het volspuiten van de spouwmuur met polystyreen bolletjes als isolatiemaatregel is voor winterslapende vleer muizen desastreus. De conse quente toepassing van isolatie van spouwmuren in de nieuw bouw doet het areaal aan geschikte winterverblijven niet verder toenemen. Laatvliegers en gewone dwergvleermuizen zijn twee soorten die bij voorkeur verblijven in spouw muren. De aard van deze bouw vorm heeft er toe bijgedragen dat er gunstige perspectieven kwamen voor deze soorten. Tabel 1 Verdeling van soorten vleermuizen per regio in Zeeland in het seizoen 1989/1990 soort/regio Schouwen Walcheren Zeeuws Totaal Duiveland Vlaanderen Baardvleermuis 12 - 37 49 Franjestaart 1 1 - 2 Watervleermuis 178 17 19 212 Dwergvleermuis - 41 - 41 Mopsvleermuis - 2 2 Grootoorvleermuis 33 12 4 49 Vleermuis niet gedetermineerd 4 30 1 35 Totaal 228 101 63 392 Vleermuizen brengen de winterslaap door in verschil lende hangposities. Er is een indeling gemaakt in zes ver schillende posities (zie fig. 1); deze indeling geeft enerzijds een toenemende mate aan van contact met de omliggende steen (belangrijk voor de hand having van een bepaald micro klimaat) en anderzijds geeft het een toenemende bescherming aan van de vleermuis tegen roofdieren en de mens (zie fig. 1). In positie 1 hangt de vleermuis helemaal vrij aan het plafond. In positie 2 hangt de vleermuis in een koepel. Een koepel is in dit verband een holte die tenminste aan drie zijden is ingesloten. Positie 3 staat voor de situatie waarbij de vleermuis aan de wand hangt. Positie 4 is gereserveerd voor vleermuizen die zich in een hoek of op een richel bevinden. In positie 5 hangt de vleermuis in een spleet. Positie 6 staat voor verblijf in een nauwe, kokervormige ruimte zoals buizen en holle steunbalken. De meeste vleermuizen hangen alleen, soms met twee of drie bij elkaar. Een enkele keer hangt et- een grote groep bijeen. De aan tallen kunnen variëren van enkele tientallen tot ongeveer honderd; uit het buitenland zijn groepen bekend bestaande uit meer dan duizend dieren. De vleermuizen hangen in zo'n situatie dakpansgewijze op en over elkaar. In fig. 2 staat een verdeling van de hangposities van 312 in Zeeland gevonden winterslapende vleermuizen. Het betreft hier de water ing- 1 Schematische voorstelling van hangposities van vleer muizen; 1= vrij, 2= koepel, 3= wand, 4= hoek of richtel, 5=spleet, 6= loge. Fig. 2 Hangposities van vleermuizen. A: verdeling in Zeeland (aantal 312) B: verdeling in een mergelgroeve (aantal 1609) 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1990 | | pagina 12