Buitendijkse grenzen
Een lamsoorveld op
de pas aangekochte
Rumoirt schorren
Een groot deel van
het nieuw aange
kochte gebied
bestaat uit onbe
groeide slikken.
besloten een groot deel van
deze aankoop voor subsidie in
aanmerking te laten komen.
De Rijksoverheid hecht grote
waarde aan de aankoop van
deze gronden. Zij geeft hier
zelfs prioriteit aan. Het subsidie-
deel van de Rijksoverheid was
dan ook reeds in een vroeg
stadium op onze rekening
overgemaakt.
Bij de aankoop van buitendijkse
gronden kunnen zich bijzondere
problemen voordoen, zo ook bij
het verworven gebied rond St.
Philipsland. Eén van deze
problemen had betrekking op
de vraag waar zich nu precies
de eigendomsgrens bevindt.
Indien er niets bijzonders aan
de hand is, ligt deze eigendoms
grens op de lijn van het
gemiddeld hoog water. Dit is
dus geen vaste lijn zoals dat bij
binnendijkse gronden het geval
is. De juridische grondslag
hiervoor wordt gevonden in het
Burgerlijk Wetboek. Dit geldt
echter niet voor op rechtsgrond
of door bezit verkregen rechten
van bijzondere personen of
gemeenschappen. Zulks moet
echter wel aangetoond worden.
Hiervoor moet worden
teruggegaan in de historie.
Voor de indijking van de hier
gelegen polders behoorden
deze gronden tot de Ambachts
heerlijkheid Bruinisse. Tot de
ambachtsheerlijke rechten
behoorde onder meer het recht
van aanwas. Dit betekent dat,
indien de betreffende gronden
door natuurlijke invloed van
getij en waterstromingen groter
worden (aanwassen) de
aangegroeide schorren en
slikken tot het eigendom gaan
behoren van diegene die het
ambachtsheerlijke recht van
aanwas heeft.
Daar waar het recht van aanwas
aanwezig is ligt de eigendoms
grens van buitendijkse gronden
dus niet op de lijn van gemid
deld hoog water maar op die
van gemiddeld laag water.
De Ambachtsheerlijkheid was in
de 19e eeuw in handen
gekomen van de bekende
Zeeuwse familie Van Citters
(Jonkvrouwe S. van Citters
legateerde in 1957 het Landgoed
Landlust aan onze Stichting).
De erven J.V. van Citters ver
kochten in 1847 de hier gelegen
gronden aan W.F. del Campo.
De verkoop geschiedde inclusief
'alle de aanwassen en gevolgen
daarop bereids verkregen'.
De hoogst gelegen gronden
werden direkt na deze over
dracht ingepolderd. Zo ontstond
St. Philipsland - westelijk van de
Bruintjeskreek (enkele kleinere
polders werden later aange-
dijkt). De resterende buiten-
dijksegronden bleven echter
aangroeien, zelfs zo ver dat de
aangroei mogelijk zou gaan
aansluiten bij een in de
Oosterschelde opgekomen plaat
waardoor het eigendom in één
keer zeer aanzienlijk zou
uitbreiden. De Staat, eigenaar
van deze plaat, zag dit met lede
ogen aan.
Nu moet echter bedacht worden
dat in de loop der tijden
gronden ook weer kunnen
afslaan. In dat geval vervallen
deze gronden weer aan de
Staat. Zodoende kan er een
gezamenlijk belang ontstaan om
afspraken te maken over
definitieve en onveranderlijke
eigendomsgrenzen in het
buitendijkse gebied. Er worden
dan delimitatielijnen overeen
gekomen die worden vastgelegd
in een delimitatieovereenkomst.
Zo ook geschiedde in 1862 aan
de noord- en zuidzijde van St.
Philipsland. Aan de noordzijde
werd een definitieve grens
vastgelegd. Aan de zuidzijde
werd een grens overeen
gekomen tot waar de aanwas
zich maximaal zou kunnen
uitstrekken. Deze lijn is in
middels ruimschoots over
schreden.
Met de vaststelling van de
onveranderlijke eigendomsgrens
aan de noordzijde van St.
Philipsland is aldaar het aanwas-
en afslagrecht niet meer van
betekenis. De buitendijkse
gronden tot deze lijn zijn in
1914 verkocht aan de rechts-
voorganger van het tegen
woordige Waterschap Tholen.
Door onze Stichting werden
vervolgens deze gronden van
het Waterschap verworven.
De lezer zal begrijpen dat hier
nogal wat historisch en juridisch
onderzoek nodig was om
duidelijkheid over deze eigen
domsgrens te verkrijgen, te
meer daar deze grens niet
overeen kwam met de grens
zoals die in het kadaster staat
aangegeven en de Staat daarom
een gedeelte van het eigendom
betwist. Het kadaster is in deze
niet bepalend, wel de juridische
eigendomsverkrijging.
Wij hebben ons dan ook
juridisch laten adviseren over
deze kwestie voordat de eigen
domsakte werd getekend.
17