Winterverblijven voor vleermuizen in Zeeland door Jan Piet Bekker Biotoopeisen winterverblijf r* Medeoverwinteraars Een lange dijk, een koude wind en een druilerige regen. Dit vormt het decor voor drie enthousiaste onderzoekers in een winterverblijf voor vleer muizen. In de dijk ligt een uit wateringssluis: aan de hoge kant een net boven het water oppervlak uitstekende ingangspijp en aan de lage kant een modderig stroompje, omzoomd door riet. Gelaarsd stappen de drie het dijktalud af en begeven zich naar de gemetselde retourmuur met de erachter liggende halfcircelvormig overwelfde koker. Ze kunnen alleen gebogen staan in de ruim anderhalve meter hoge sluiskoker. Voor hen ligt een donker gat, waar ze met enige moeite drie compartimenten in kunnen onderscheiden. Met gebogen knieën en het hoofd achterover zoeken ze nauwkeurig het eerste deel af. "Hier", geeft Kees aan "een baard- en een watervleer muis". Met de zaklantaarns wordt nauwkeurig verder gezocht. Bij de eerste beton nen rand komt het spiegeltje erbij om een diepe spleet af te zoeken. "Twee baard-, één water- en nog eens twee baardvleer- muizen" meldt Jan Piet. In het middendeel zakt het drietal tot de enkels in de modder en verderop lijkt het nog moeilijker. Dick is de lichtste van de drie en hij bindt twee tot schuifel- ski's omgevormde planken onder. Met een touw om zijn buik houdt Kees hem aan de lijn, terwijl Jan Piet de resultaten noteert. Dick schuifelt behoedzaam verder in het laatste compartiment waar hij nog eens twee baardvleermuizen vindt... Winterverblijfplaatsen voor vleermuizen moeten voldoen aan een aantal voorwaarden. In de eerste plaats is dat rust; dat betekent het ontbreken van roofdieren, maar vooral het ontbreken van de mens. Vleer muizen in winterslaap zijn kwetsbaar: de winterslaap- lethargie maakt snel ontvluchten onmogelijk. Een andere eis waaraan voldaan moet zijn is voldoende duisternis. Verder geven vleermuizen er de voor keur aan de winter door te brengen op klimatologisch stabiele plaatsen. Daarbij is een hoge luchtvochtigheid belangrijk. In de winter verblijven zijn plaatsen met een verschillend microklimaat. De vleermuis kiest dan vaak een spleet of een scheur waar het optimaal is. Zo'n plaats geeft bovendien een uitstekende bescherming tegen altijd op de loer liggende belagers. Voor de in Nederland voor komende vleermuizen zijn de biotoopeisen. die worden gesteld aan het winterverblijf, niet voor alle soorten gelijk. Er zijn er. die steeds een constante en betrekkelijk hoge temperatuur verlangen. Deze soorten, zoals grijze grootoor- vleermuis en langoorvleermuis, zullen om die reden alleen in grote, uitgestrekte complexen voorkomen waar de temperatuur stabiel is, zo omstreeks 10-11 graden Celsius. Aan de andere kant zijn er ook die genoegen nemen met temperaturen die variëren tussen 0 en 10 graden Celsius. Soorten zoals baardvleermuis. grootoorvleermuis en water vleermuis zijn om die reden veel meer te vinden in ingangs- gebieden van grote complexen en in kleine, meer open objecten. Vleermuizen zijn niet de enige levende wezens die in de diverse verblijven te vinden zijn. Voor verschillende naakt- slakken, spinnen, pissebedden en bosmuizen zijn over winteringsplaatsen voor vleer muizen ook hun normale biotoop. Daarnaast zijn er een aantal andere ongewervelde dieren die eveneens tijdens de winter maanden in deze ruimten te vinden zijn. Baardvleermuis in winterslaap. 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1990 | | pagina 8