Noord-Beveland,
voormalig Zeeuws eiland
door J. van Kasteel
P. van der Maas; kenner van het Noord-Bevelandse landschap en van de
geschiedenis van het voormalig eiland.
Noord-Beveland was tot i960
een echt eiland met een
typische eigen sfeer.
De bereikbaarheid was niet
groot. Slechts het veer
Kortgene-Wolphaartsdijk kon
enkele wagens en auto's
overzetten. Er waren verder
alleen voetveren: Kats-Katse
veer, Colijnsplaat-Zierikzee
en Kamperland-Veere. De
dammen brachten na I960
grote veranderingen.
Als er iemand is, die door
zijn werk de oude situatie van
Noord-Beveland door en door
gekend heeft en de nieuwe
door en door kent. dan is dat
wel de heer P. van der Maas,
hoofd van de technische
dienst van het Waterschap
Noord- en Zuid-Beveland.
Geboren en getogen in de
Leendert-Abrahampolder te
Kats, is hij zijn geboortehuis
trouw gebleven: hij woont er
nog. Toen hem door Het
Zeeuws Landschap gevraagd
werd, een gesprek over het
eiland toe te staan, was hij er
dadeUjk toe bereid.
vK.: Vrijwel alle Zeeuwse
eilanden bezitten of bezaten een
oude kern van laag gelegen
kleikommen, gescheiden door
hogere zandige kreekruggen.
Noord-Beveland heeft zo'tr kern
niet. Hoe zou dat komen
vdM: Oorspronkelijk zal Noord-
Beveland een eiland geweest
zijn als de andere, dus zeker
plaatselijk met een oudlandkern.
In 1530 en 1532 is door hoge
stormvloeden het hele eiland
overstroomd en bijna 70 jaar
"drijvende" gebleven. De punten
waar het polderwater geloosd
werd waren de zwakke plaatsen
in de dijken; daar hadden vooral
de doorbraken plaats. Geulen
ontstonden, schuurden verder
uit: oude afzettingen werden
deels weggespoeld.
vK: Hoe moeten we ons dat
"drijvende" voorstellen
vdM: Niet alle dijken zullen
helemaal verdwenen zijn.
Hier en daar bleven wel delen
min of meer intact. En dan
waren er nog de stelbergen
(door de mens opgeworpen
vluchtheuvels).
Natuurlijk veranderde het
gebied grotendeels in schorren
en slikken. Daar werden flinke
pakketten klei afgezet, waar
door ten slotte in 1598 als eerste
de Oud-Noord-Bevelandpolder
bedijkt kon worden. Andere
inpolderingen volgden. Aan de
noordzijde ging later weer land
verloren. Zo kreeg het eiland
zijn tegenwoordige vorm. Het is
goed te zien dat het eiland jong
is. De ligging van de polders is
hoog. De verkaveling is erg
rationeel. Vooral in de grotere
polders is dat zichtbaar. Kijk
maar naar de Oud-Noord-
Bevelandpolder. De Noord- en
de Zuidlangeweg lopen even
wijdig, zijn kaarsrecht en vele
kilometers lang; de zijwegen
staan er loodrecht op. Ook het
stratenplan van plaatsen als
Colijnsplaat en Kats is recht
hoekig, heel anders dan dat van
oude Zeeuwse dorpen als
Kapelle of Biggekerke.
vK: In 1962, toen Noord-
Beveland nog maar net eiland-
afwas, heb ik er in verband met
studie een onderzoek gedaan
naar de noordse woelmuis.
Tijdens dat werk ben ik allerlei
andere kleine zoogdieren in het
veld tegengekomen zoals dwerg
muis, bosmuis, huismuistwee
soorten spitsmuizen, egels en
dergelijke. Ik heb me toen
afgevraagd hoe die beesten op
zo'n eiland terecht gekomen
konden zijn. Zouden de eerder
genoemde dijkrestanten 70 jaar
overleven mogelijk gemaakt
kunnen hebben
vclM: We moeten bedenken dat
de hoogste waterstanden tijdens
stormvloeden maar van relatief
korte duur zijn, waardoor over
levingskansen op hoge punten
als dijkrestanten wellicht aan
wezig zijn geweest. Dan is er de
mogelijkheid dat dieren aan
geland zijn op een massa veek
(drijvend plantaardig materiaal)
of op andere voorwerpen. En in
strenge winters kan ook via ijs
een eiland bereikt worden. Op
een van de Veerse-Meer-
eilanden troffen we al spoedig
een hermelijn aan.
vK: Zijn er op het huidige Noord-
Beveland nog overblijfselen te
vinden van vóór 1530?
vdM: Niet zo veel. Het is zo dat
vóór 1530 alleen de belangrijke
13