Wandelingen door het Zeeuwse Landschap M. Jacobusse De Yerseke Moer Het Zeeuwse Landschap is gedurende de laatste vijftig jaar onherkenbaar veranderd. Inundaties in de oorlog, de watersnoodramp van 1953. maar bovenal de herinrichtings- en ruilverkavelingsprojecten die daarop volgden, hebben radicaal een einde gemaakt aan een eeuwenlange geleidelijke ontwikkeling. Het is vooral in de oudste Zeeuwse eilandkernen, de zogenaamde oudlandgebieden, dat de grootste klappen gevallen zijn. De Yerseke Moer. het doel van onze volgende wandeling, is het laatste gebied waar nog alle kenmerken van het oorspronkelijke landschap terug te vinden zijn. Een soort openluchtmuseum van het Zeeuwse Landschap. Je vindt er juist die dingen die je in grote delen van de provincie zo nadrukkelijk mist: kronkelige kreekbeddingwegen, holle- bollige weiden en een klein schalige. grillige verkaveling, die zo merkwaardig contrasteert met de uitgestrektheid van het landschap en de weidse horizon. Het landschap is één brok gestolde historie. Her en der slingert nog een dennestobbe rond uit de tijd dat Zeeland één uitgestrekt zoetwatermoeras was; zo'n 2000 jaar oud dus. Een paar hollestellen die nog in de Moer te vinden zijn moeten dateren uit de periode tussen de overstroming van het veen- moeras (ca. 275 na Chr.) en de aanleg van de eerste primitieve ringdijk (ca. 1100). Het zijn om walde drinkputten die dienst deden om de herders met hun schaapskudden van zoet drink water te voorzien. Die trokken vanaf de hogere gronden in Brabant en Vlaanderen ge durende het zomerhalfjaar de Zeeuwse schorren in. De kron kelslootjes tussen de weilanden zijn uit dezelfde periode. In de late Middeleeuwen heette het gebied tussen Kapelle en Yerseke "de Wilde Moeren". Die naam illustreert dat het gebied als cultuurgrond niet al te hoog aangeschreven stond. Wel was het gebied in die tijd in trek voor de zogenaamde moer- nering; het delven van veen ten behoeve van de zoutwinning en voor brandstof. Ook daarvan zijn in het landschap volop sper ren terug te vinden. En zelfs een tamelijk modern ogend element als de Postweg is uiting van een brokje historie. Hoewel pas aan gelegd in de "verlichte" Napo leontische tijd voor de post koets, moest worden afgezien van het geplande kaarsrechte tracé. Zelfs toen nog was men aangew ezen op oude kreek ruggen om in de winter droog voets door de Moer te kunnen. Dankzij een eeuwenlange geleidelijke ontwikkelingsgang heeft de natuur volop tijd gehad om optimaal op het landschap in te werken. Konijnen bijvoor beeld, vind je uitsluitend op de oude kreekruggen omdat in de laaggelegen kommen de holen vol water zouden lopen, zodat de jongen zouden verdrinken. Hazen met hun bovengrondse A Vertrekpunt excursie. Zwarte ruiter. ----- '-A.V 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1990 | | pagina 16