Gesprek met T.A. Vogel, Voorzitter van Het Zeeuwse Landschap door J. van Kasteel' De heer T.A. Vogel kwam in 1981 naar Zeeland, benoemd als burgemeester van St. Philipsland. In 1984 werd hij bestuurshd van onze Stichting, in 1987 voorzitter. Hoewel geen Zeeuw van geboorte is hij zich door zijn contacten met allerlei kanten van de Zeeuwse samenleving naar eigen zeggen echt een Zeeuw gaan voelen. In een gesprek gaf hij zijn kijk op het functioneren van Het Zeeuwse Landschap. v.K.: Bij uw voorganger Ir. Eelkema zie ik een direct verband tussen zijn beroep, dat met natuur en landschap te maken had en zijn voorzitter schap van onze Stichting. Tussen Uu' burgemeesterschap en Het Zeeuwse Landschap zie ik dat niet zo. Hoe raakte u betrokken bij een natuurbe schermingsinstantie als de onze? V.: Ja, dat lijkt niet zo vanzelf sprekend. Ik ben bestuurder en als zodanig kan ik mijn inbreng geven in een organisatie als Het Zeeuwse Landschap. Ik moet er wel bij zeggen: een bestuurder met veel interesse en eerbied voor de natuur. Dat is stellig wel nodig, anders moet je niet aan zo iets beginnen. v.K.: St. Philipsland wordt voor een groot deel omringd door schorren en slikken, in beheer bij Het Zeeuwse Landschap, dat ook de Bruintjeskreek en de eendenkooi bij Anna-Jacoba- polder beheert. Als burgemeester behartigt u de belangen van de bevolkingals voorzitter die van onze Stichting. Botsen de belan gen niet? Ik denk. bijvoorbeeld aan pieren steken, aan zeekraal en lamsoren snijden. V.: Nee, dat valt best mee. Ik heb meerdere functies. Voorzitter T.A. Vogel van Het Zeeuwse Landschap. Als burgemeester ben ik wel gewend om met verschillende petten op te werken en dit is beslist de moeilijkste niet. Ik denk dat de belangen van Het Zeeuwse Landschap en die van de bevolking van St. Philipsland vrijwel gelijk op gaan. Het beleid van de gemeente is gericht op het zoveel mogelijk behouden van de natuurwaarden rond St. Philipsland. Geen grootscha lige recreatieprojecten bijvoor beeld. In het verleden gebeurde het wel, dat een natuurbescher mingsorganisatie een gebied aankocht of in beheer kreeg en het dan dadelijk afsloot zodat niemand er in kon, maar die tijd is toch wel voorbij. We weten dat de aanwezigheid van mensen verstoring kan geven. Wij kijken nu of die aan vaardbaar is of niet. Het door u genoemde snijden van zee groenten door de plaatselijke bevolking is, als dat op bepaalde plaatsen en tijden gebeurt, naar de mening van Het Zeeuwse Landschap een aanvaardbare verstoring. Men heeft dat al gedaan zolang er hier mensen wonen. Pieren steken ligt anders. Het probleem 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1991 | | pagina 14