Samenwerking met boeren Rekreatiebeheer Zelfregulerende natuur Het Zeeuwse Landschap heeft enkele honderden hectaren binnendijks gelegen grasland in beheer. Het beheer wordt niet alleen door Het Landschap uitgevoerd, maar gebeurt in samenwerking met tientallen boeren. Op basis van tijdelijke contracten laten zij hun vee in de natuurgebieden grazen. Uitgangspunt hierbij is altijd dat het natuurbelang voorop staat. Dat betekent bijvoorbeeld dat de veebezetting en het tijdstip waarop het vee een bepaald gebied in kan meestal afwijkt van wat momenteel gangbaar is bij veeteeltbedrijven. Ondanks de samenwerking met plaatse lijke boeren bestaat toch een flink deel van het terreinwerk van de medewerkers van Het Landschap uit het onderhoud van de graslandgebieden. Hierbij gaat het om zaken als toezicht, maaiwerk, aanleg en Voor dieren als de groene kikker is het behoud van schoon water een levens voorwaarde. Vlinders reageren heel sterk op ver anderingen in hun leefgebied. Soms zijn speciale voor zorgen nodig om ze te beschermen. onderhoud van drinkwater voorzieningen voor het vee en het onderhoud van de tientallen kilometers afrastering. Een aspekt dat de komende jaren veel aandacht zal gaan vragen is de verbetering van de waterhuishouding in de natuur gebieden. In veel terreinen is momenteel uit oogpunt van natuurbeheer het grondwater peil te laag, vindt er een te snelle afvoer van regenwater uit die gebieden plaats en is het aanwezige polderwater te voedselrijk. Het vochtiger maken van bijvoorbeeld kreek- gebieden zal in veel gevallen een ingewikkelde zaak zijn, daar zo'n gebied meestal een onderdeel vormt van het afwateringssysteem in de desbetreffende polder. Een eerste voorwaarde is dan ook dat zo"n gebied in zijn geheel eigendom wordt van een natuurbeherende instantie, al of niet met inbegrip van een bufferzone. De volgende stap zal zijn om, in overleg met het waterschap, de provinciale waterstaat of de landinrichtingsdienst, voor het gebied een eigen, meer natuur lijke waterhuishouding in te stellen. Graslandbeheer is één van de onderdelen van het gehele scala dat Het Landschap aan werkzaamheden uitvoert. Daarnaast vragen onder andere de bossen en boomrijke gebieden, zoals landgoed Ter Hooge bij Middelburg, Landlust in Heinkenszand, de Wallen van Retranchement, het kooibos op St. Philipsland, de grasland heggen en knotbomen, de nodige werkdagen, evenals het onderhoud van werktuigen, boot en gebouwen. Toezicht en rekreatiebeheer zijn werk vormen die vooral voor de buitendijkse gebieden, zoals Saeftinghe. de Hooge Platen, de Oosterschelde en de duin gebieden Het Zwin en de Verdronken Zwarte Polder, veel tijd en aandacht vergen. Rekreatiebeheer voor natuur gebieden is een onderwerp dat de komende tijd, in Zeeland- Rekreatieland, de nodige aan dacht zal krijgen. Wat betreft Het Landschap vormen in dit verband onder andere excursie programma's, een natuurgidsen- korps, het oprichten van voor lichtingscentra en ook het natuurbouwprojekt Neeltje Jans dat samen met Natuurmonu menten wordt uitgevoerd, belangrijke aandachtspunten. In de inleiding is, in verband met de noodzaak voor natuurbeheer, gesproken over een al of niet „complete" natuur. Waarschijnlijk dit jaar kan Het Landschap beginnen met het beheer van een nieuw, grootschalig gebied dat op den duur een relatief „compleet" natuurlijk karakter kan krijgen. Het gaat om de in het Krammer-Volkerak gelegen Plaat van de Vliet en de Slikken van de Heen-West, die bij elkaar zo'n 655 hectaren beslaan. Die grootschaligheid is voor het natuurbeheer een erg aantrekkelijk gegeven. Er kan dan zodanig beheerd worden dat met zo min mogelijk in grijpen en sturen een zelfregu lerend natuurgebied ontstaat. In de praktijk zal dat inhouden dat een aantal grote grazers, bij voorbeeld Heckrunderen en/of Fjordenpaarden, permanent in het gebied zullen verblijven, waardoor een parkachtig land schap, graslanden afgewisseld met struweel- en bosgemeen- schappen, tot ontwikkeling kan komen. Van wolven zal geen sprake meer zijn, maar vossen zijn hier, zo dicht bij Brabant, wel op een gegeven moment te verwachten. Reeën bezoeken het gebied nu reeds regelmatig. Op zo'n 60 hectaren van de Slikken van de Heen zal een intensiever graslandbeheer ge voerd worden, waarbij de nadruk ligt op het creëren van een voedselgebied voor ganzen en eenden. Hoe de komende decennia de ontwikkeling van een stukje „oerdelta" zal gaan verlopen, kan iedereen vanaf de Philips- dam volgen drs. G.J.C. Buth is hoofd terreinbeheer hij Het Zeeuwse Landschap

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1991 | | pagina 7