Kleine watersalamander Kamsalamander Kleine water salamander. regelingen die tot een verbete ring van het landschapsbeheer bijdragen. Het is echter de vraag of hiermede de genoemde na delige invloeden gecompen seerd zullen worden. Hierna volgen nadere gegevens over de in Zeeland voorkomen de soorten. Kaartje 2. Dit is de meest ttlgemene soort in Zeeland. Dat hangt samen met het feit dat zij in verschillende typen landschappen kan voor komen. In onze provincie is zij te vinden in slootjes, drinkpoelen en parkvijvers; ook tuinvijvers worden als geschikt leefgebied aanvaard. In tegenstelling tot de kamsalamander is de soort niet honkvast: nieuwe geschikte gebieden worden snel gekoloni seerd. Het liefst vertoeft hij in onbeschaduwd water waarin een gevarieerde vegetatie voorkomt. Voorwaarde is wel dat dit water zoet is. Helaas bevatten moderne slootjes weinig water en vallen ze snel droog, waardoor ze on geschikt zijn voor de voortplan ting van de kleine watersalaman der. Anderzijds wordt de waterkwali teit van de oppervlaktewateren langzaamaan weer wat beter, wat positief uitwerkt voor de amfibieën. Brak water is onge schikt. In gebieden waar veel brak oppervlaktewater voor komt, zoals op Schouwen en in de Hals van Zuid-Beveland is de soort nauwelijks in de sloten te vinden. In veel brakke weide gebieden zijn zoete drinkputten gegraven die de salamanders ook in brakke gebieden moge lijkheden geven tot voorkomen, in brakke akkergebieden zijn geen poelen aanwezig, waar door hij afwezig blijft. Op kaartje 2 zijn de kilometer- hokken aangegeven waarin de kleine salamander de laatste jaren is aangetroffen. Voor het waarnemen van salamanders moet je in het algemeen wat meer doen dan voor het vinden van eiklompen van bruine kik kers of voor de snoeren van de padden. Eieren van salamanders worden op de waterplanten gelegd en zijn minder opvallend. Dat zal dan ook wel de reden zijn dat het aantal meldingen van kleine watersalamanders wal tegenvalt. Het kaartje geeft zo doende een wat vertekend beeld. Komen op Tholen echt geen salamanders meer voor? Wij kunnen het nauwelijks gelo ven. Ook de Zak van Zuid-Beve land en grote delen van Zeeuws Vlaanderen zijn nog onvoldoen de onderzocht. Bekijk daarom het kaartje met een knipoog en als u aanvullingen voor ons heeft dan zullen wij u zeer dankbaar zijn. Gedurende de landfase leeft de soort in ruigtevegetaties, rond heggen en in kleine bosjes, waar ook overwinterd kan worden. Dat laatste doet hij ook binnens huis: in kelders of in schuren. Ook de modder op de bodem van de sloot wordt gebruikt als overwinteringsplaats. Dat is wel riskant want door het lage win- terpeil in de slootjes ten behoeve van de landbouw, is de kans groot dat in strenge winters de modder bevriest hetgeen niet bevorderlijk is voor het welzijn van de salamander. Deze soort is de grootste van de Nederlandse salamanders. Vrouwtjes kunnen tot 18 cm groot worden en de benaming koningssalamander is dan ook niet verwonderlijk. Die is ge noemd naar de indrukwekkende kam op de rug en staart van het mannetje. Het zijn echte schrok- oppen; zelfs larven van de eigen soort moeten het ontgelden. Hij heeft een duidelijke voorkeur voor poelen, zodat je zou ver wachten dat hij algemeen is in gebieden waar putten voorko men. Zo is het echter niet. Het gaat slecht met de kamsala mander, niet alleen in Zeeland, maar in heel Nederland. Die is namelijk erg kritisch op zijn woonomgeving en om er goed te floreren moet die aan diverse voorwaarden voldoen. Allereerst de poel: deze moet middelgroot, helder en diep zijn met veel waterplanten. Anderzijds moeten er in de poel voldoende open plekken zijn 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1991 | | pagina 11