grote geulen. 2 paren werden waargenomen met blauwe en rode kenmerken aan de poten, respectievelijk vogels afkomstig uit het Wester- en Oosterschelde- gebied. Kluut 21 paar broedende vogels wer den geteld, 4 paar op de Zand- darn en 17 paar in de Selena- polder. Tweemaal werd een paar met kleine donsjongen waarge nomen in het begraasd® schor. Door een overstroming in de Selenapolder verdwenen daar alle nesten. Kievit Door het wegvallen van de Sele napolder als broedgebied is het aantal broedvogels in Saeftinghe sterk teruggelopen: van 70 paar in 1989 (Henk Casteleyns Rob Remmerts 1989) naar 29 paar in 1990. Het betreft dan ook uitsluitend vogels die op het schor broeden, waar de nesten te vinden zijn langs de zeedijk op de begraasde schorren of op de veek. Grutto Evenals voor de kievit viel ook voor de grutto de Selenapolder weg als broedgebied. Xet als vorig jaar heeft 2 paar buitendijks gebroed op de be graasde schorren nabij de Gas- dam. Tureluur Het aantal getelde broedparen bedroeg 464. De grootste con centraties broedvogels vindt men aan de rand van het schor, maar vooral de begraasde delen zijn de geliefde nestplaatsen. In het centrum van het gebied zijn grote delen (ruige schorren) waar de tureluur als broedvogel totaal ontbreekt. Zwartkopmeeuw In de meimaand werd tweemaal de roep van de zwartkopmeeuw gehoord in de nabijheid van de kokmeeuwenkolonie op de Mar- lemontse Plaat. Zekere broedgevallen werden niet vastgesteld. Kokmeeuw Er waren verscheidene kolonies in Saeftinghe gevestigd. De grootste kolonie met onge veer 600 paar lag op de Marle- montse Plaat. Op het Konijnenschor, ook een traditionele vestigingsplaats, wa ren 400 broedparen aanwezig. Enkele kleinere kolonies lagen over de schorren verspreid, zodat het totale aantal broed vogels voor Saeftinghe 1300 paar bedraagt. Eigenaardig is dat soms deze kleine kolonies in het begin van de broedperiode. om een voor ons nog totaal onbe kende reden, plotseling verdwij nen en dat elders in het schor opnieuw gebroed wordt. De eerste donsjongen werden waargenomen op 25 mei. Kleine mantelmeeuw Op de Blauwe Plaat. Marlemont- se Plaat en de Graauwse Plaat was telkens één broedpaar gevestigd tussen de aldaar broedende zilvermeeuwen. Zilvermeeuw Naar schatting hebben ongeveer 7000 paar zilvermeeuwen in Saeftinghe gebroed. In 1990 was er een uitbreiding van de vroe ger reeds aanwezige broedplaat sen in het schor naar de rand toe. Vooral in de omgeving van de Zanddam was er een sterke Voor veel broed vogels is de scha penbeweiding van overwegend belang. In de rietvelden broeden vaak bruine kiekendieven. 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1991 | | pagina 8