Natuurontwikkeling in
de zoete achterkant van de Delta
door Gert-Jan Buth1
Zoet
Oude getijdekreek
op de Slikken van
de Heen.
In september van dit jaar
heeft Het Zeeuwse Land
schap in haar regio Noord
een fikse terreinuitbreiding
gekregen: de Slikken van de
Heen-west (435 ha) en de
Plaat van de Vliet (185 ha),
voormalige slikken en schor
ren in het sinds april 1987
getijloze Krammer-Volkerak.
Het zijn terreinen die beho
ren tot wat wel genoemd
wordt de 'nieuwe' natuur
gebieden in Zeeland, name
lijk de droog gevallen
gronden in voormalige
zeearmen.
Die nieuwe natuurgebieden
hebben gemeen dat ze in één
klap, na de sluiting van een
Deltadam, hun oorspronkelijke
karakter verloren en aan een
totaal andere natuurontwikke
ling begonnen. In het Krammer-
Volkerak vond er eigenlijk een
dubbele 'eco-shock' plaats; een
stagnant waterpeil werd inge
steld en binnen een jaar werd
het meer ook nog eens gefor
ceerd verzoet. De nieuwe
natuurgebieden zijn groot
schalige terreinen. In het alge
meen geldt voor het natuur
beheer van dergelijke omvang
rijke gebieden een andere
benadering dan voor de binnen
dijks gelegen, meestal
kleinschalige natuurgebieden,
welke veelal beheerd worden
op een extensieve agrarische
wijze zoals vroeger in het
toenmalige cultuurlandschap
gebruikelijk was. In de nieuwe
natuurgebieden wordt het
menselijk ingrijpen echter tot
een minimum beperkt en mag
de natuur zoveel mogelijk haar
gang gaan.
Hoe gaat een gebied als de
Slikken van de Heen zich de
komende jaren ontwikkelen en
op welke wijze spelen wij als
beheerder daarbij een rol? Aan
de hand van vergelijkingen met
andere Zeeuwse natuurgebie
den, die al wat verder in ontwik
keling zijn, en gegevens over
hoe een puur natuur
deltagebied, zeg maar een "oer-
delta" eruit ziet, wordt op
bovenstaande vragen ingegaan.
Het huidige Deltagebied, met al
zijn recent aangelegde dammen
en sluizen, is niet meer het nog
tamelijk natuurlijke deltagebied
van zo n dertig jaar geleden.
Toch is een zoet Krammer-
Volkerak met een stagnant
waterpeil ook weer niet zo erg
onnatuurlijk. In deltagebieden
die nog niet veel door menselijk
ingrijpen beïnvloed zijn, komen
normaliter aan de landzijde
brakke tot zoete milieu's voor.
Ook in zo'n puur natuur-
deltagebied kan vrij plotseling
een verzoetend meer ontstaan.
Bijvoorbeeld doordat een
meander van een rivier plaatse
lijk verzandt en zo van de
hoofdstroom wordt afsneden.
Op den duur, maar we praten
dan over eeuwen, zullen derge
lijke meren vanaf de randen, via
allerlei stadia van een veen-
moeras, gaan verlanden. Dat is
voor het Krammer-Volkerak
natuurlijk wel een erg ver voor
uitzicht Maar dat neemt niet
weg dat het niet onlogisch is om
in verband met voorspellingen
over de ecologische ontwik
kelingen in dit gebied te kijken
naar situaties in natuurlijke
delta's (die aanwezig zijn elders
op de wereld en voor Nederland
theoretisch te reconstrueren
zijn). Dan weet je als beheerder
in ieder geval hoe straks het
beste "met de natuur
meegestuurd" kan worden.
Zoet open water blijkt nu reeds
een duidelijk stempel op de
ontwikkelingen bij de Slikken
van de Heen te drukken. Zo zijn
in ondiepwatergebieden langs
de voormalige slikken
uitgestrekte velden waterplanten
ontstaan, met onder andere
ruppia en fonteinkruidsoorten.
De waterplanten vormen een
voedselbron voor talloze knob
belzwanen en eenden, vooral
wilde eend, smient en slobeend.
Een ander, tot nu toe on-Zeeuws
fenomeen openbaart zich sinds
twee jaar precies op de grens
tussen het open water en het
voormalige slikgebied. Een
band van fors uitgegroeide
moerasandijvieplanten markeert
tijdens de bloei in de voorzomer
de oever, met een knalgeel lint.
Het is spectaculair hoe zo'n
plantesoort schijnbaar uit het
niets binnen enkele jaren zo
massaal langs de randen van het
gehele Krammer-Volkerak tot
ontwikkeling kan komen. Het
bijzondere van moerasandijvie is
dat hij eigenlijk een van de
meest Nederlandse
plantesoorten is. De kern van
zijn Europese verspreidings
gebied ligt namelijk in Neder
land. Bovendien lijkt de soort
gebonden te zijn aan erg Neder
landse bezigheden, namelijk
inpolderen en dammen
aanleggen. Moerasandijvie is
een kenmerkende soort van
zoetwatermoerassen en landelijk
bekend van de weidse gele
vlakten die ontstonden na de
inpolderingen in het IJsselmeer.
Rond 1950 was de soort erg
zeldzaam in Europa. Na de
explosieve ontw ikkelingen in de
drooggevallen IJsselmeerpolders
nam de soort, door 'export'' van
Nederlands zaadpluis, ook weer
in Duitsland en België toe.
Misschien dat ook nu weer de
aanleg van in dit geval de
3