■□l mm
m
w
li
J1R
1 lp m
- Is
BH
pHftis
De gewone pad
Kaart 1
Kilometerhokken met waarnemingen van
amfibieën en reptielen in Zeeland sinds 1986
Kaart 2
Gewone pad, waarnemingen sinds 1986
liijffi-jpimgns
- - Y-s
T14
lil-
iffi
■JE ihsüjfi- j -i-TVib
ËSS
iüiYY\---M
iiïÏM
Kaart 3
Rugstreeppad, waarnemingen sinds 1986
-■
I-I d-Y-f I H
-
w
-
::?ÏTE
heden nooit grote hoeveelheden
van in ons bloed krijgen, voor
ons onschadelijk. Als je vergeet
je handen te wassen na het
hanteren van padden, dan kan
het prikken als je in je ogen
wrijft. Een belangrijke functie
van het paddegif is dat padden
voor bijna alle dieren vies
smaken en oneetbaar zijn. Maat
je hebt slimme katten, eksters en
kraaien die de buik van een pad
kunnen openpeuteren, de
ingewanden opeten en het
velletje laten liggen.
De gewone pad is van de twee
soorten ook in Zeeland de meest
algemene. Hij komt bijna in heel
Europa voor, van de Poolcirkel
tot aan de Middellandse Zee, van
Engeland tot in Siberië. Ierland is
het enige Europese land waar hij
niet zit. In het vroege voorjaar,
wanneer eind februari of begin
maart de temperatuur 's nachts
boven de 4°C stijgt, komen ze uit
hun winterverblijf te voorschijn.
Hun eerste zorg is dan het
leggen van eitjes. Daarvoor
kruipen ze naar het plasje of de
put waarin ze zelf zijn geboren
en waar ze elk jaar opnieuw naar
terugkeren om te paren. Alle
padden uit de omgeving komen
bijna tegelijkertijd naar datzelfde
plasje toe: de paddentrek is
begonnen.
Om zeker te zijn van een
vrouwtje proberen de mannetjes
onderweg naar de plas al een
vrouwtje te krijgen. Op open
plekjes kijken ze uit naar andere
padden en hopen dat er een
vrouwtje bij is. Heeft een
mannetje geluk dan klemt hij
zich vast op de rug van het
vrouwtje en laat zich naar de
plas dragen. Lukt dat niet dan zal
hij in de plas proberen een
vrouwtje te omklemmen. Alles
wat beweegt en niet te groot of
te klein is proberen de manne
tjes dan vast te pakken. Ook
andere mannetjes. Als dat
gebeurt laat het slachtoffer
weten dat er een vergissing in
het spel is door zacht te roepen:
de afweerroep. Als je bij een put
staat waar padden met de paring
bezig zijn kun je deze
afweerroepen vaak duidelijk
horen. Echt kwaken, dus roepen
om vrouwtjes te lokken, doen
gewone padden niet. Dat is niet
nodig, want de padden komen
toch elk jaar op hetzelfde tijdstip
naar dezelfde put terug. Enkele
weken na het begin van de
paddentrek hebben alle
vrouwtjes hun eieren gelegd en
hebben de padden de plas
verlaten. Het gewone landleven
is begonnen.
De eieren komen na ongeveer
een week uit. Na ruim 12 weken,
dus in de loop van juni, hebben
de dikkopjes pootjes gekregen
en hun staart verloren. Voor deze
kleintjes begint nu ook het
landleven. Gewone padden
komen in zeer veel omgevingen
voor: in bossen en duinen, in
veen- en heidegebieden, in
hagen en boskanten, op erven,
in tuinen en parken; overal waar
schuilplaatsen te vinden zijn en
genoeg voedsel is. Gewone
padden zijn de enige kikker-
achtigen die ook veel in bossen
voorkomen. Voor het leggen van
de eieren maken ze gebruik van
alle mogelijke soorten zoete
wateren. Door de trouw van de
dieren aan hun voortplantings-
plas is het natuurlijk wel een
vereiste dat een plas jarenlang te
gebruiken is. Gewone padden
zullen ook niet zo snel een
nieuwe plas koloniseren.
Zij planten zich ook wel voort in
plassen met vis, misschien omdat
de dikkopjes zo vies smaken dat
vissen ze niet eten.
In heel Zeeland komen gewone
padden voor (kaart 2). Op het
eerste gezicht lijken ze vooral in
het westelijk deel van West
Zeeuws-Vlaanderen, Oost
Zeeuws-Vlaanderen, de duinen
van Walcheren en Schouwen en
rond Middelburg, Vlissingen en
Goes te worden gevonden, maar
dit blijken nu juist ook de
gebieden te zijn waaruit de
meeste waarnemingen van
amfibieën en reptielen komen
(kaart 1). Het kan dus zijn dat in
de overige gebieden nog niet
genoeg is gezocht. Ook in
Zeeland worden in het voorjaar
tijdens de trek veel gewone
padden door auto's
doodgereden. Dat juist gewone
padden dit lot treft, komt door
dat ze zeer vasthoudend zijn in
het terugkeren naar hun vaste
voortplantingspoel. Daarbij komt
dat de dieren niet erg snel zijn en
dat de mannetjes bovendien de
wegen gebruiken om naar een
vrouwtje uit te kijken. Meldingen