De rugstreeppad
zijn en dat de mannetjes boven
dien de wegen gebruiken om
naar een vrouwtje uit te kijken.
Meldingen van doodgereden
padden hebben wij uit Domburg,
Goes, Kapelle. Rilland-Bath,
Schuddebeurs en Cadzand-Bad.
Bij de Oesterdam loopt sinds
twee jaar dankzij Provinciale
Waterstaat een succesvolle
overzetactie.
De rugstreeppad is in Nederland
zeldzamer clan de gewone pad.
Daarbij komt dat de rugstreep-
padpopulatie achteruit lijkt te
gaan. Het is een paddesoort uit
Zuid-West en West-Europa, die
niet noordelijker voorkomt dan
Zuid-Zweden.
Rugstreeppadden komen pas
eind maart, begin april uit de
winterslaap. De voortplanting
begint rond half april, maar kan
tot in juli doorgaan. De plaats
van voortplanting en het tijdstip
liggen veel minder vast dan bij
gewone padden en de manne
tjes van rugstreeppadden laten
de vrouwtjes dan ook weten
waar ze kunnen paren door na
zonsondergang luidruchtig te
kwaken. Het gekwaak is een
krekelachtig geratel (volgens
sommigen doet het aan de
nacht-zwaluw denken), dat kilo
meters ver draagt. De ontwikke
ling van ei tot padje gaat bij
rugstreeppadden zeer snel:
binnen 6 a 8 weken verlaten de
jonge padjes het water.
Rugstreeppadden zijn gespecia
liseerd in het leven in droge en
warme omgevingen. In onze
streken zijn dat vooral de droge
heide, duinen en terreinen met
opgespoten zand. 's Nachts
kiezen ze het meest vegetatie-
arme deel van de omgeving uit,
het open zand, om naar voedsel
te zoeken. Ze kunnen echt over
het zand rennen en zich snel
ingraven. Ook de plasjes waarin
ze meestal de eieren leggen,
laten deze specialisatie zien: het
zijn ondiepe, onbegroeide,
tijdelijke watertjes die snel
opwarmen door de zon.
Dit maakt de snelle ontwikke
ling c an de lanen mogelijk,
maar vormt ook een risico: het
watertje kan opgedroogd zijn
voor de dikkopjes echte padjes
zijn geworden. Rugstreeppad
den leggen overigens ook wel
hun eieren in rietkragen. Rug
streeppadden zijn dus specia
listen van zanderige, droge
omgevingen. Alleen in Neder
land komen ze ook in kleigebie
den voor. Dit blijkt ook duidelijk
uit de verspreiding in Zeeland
(kaart 3). Er wordt wel gedacht
dat rugstreeppadden beter dan
de gewone pad tegen zwak
brak water kunnen, maar dit
wordt niet bevestigd door
laboratoriumonderzoek aan
larven. Dit wil natuurlijk niet
zeggen dat in de natuur gewone
padden brak water zullen
mijden en rugstreeppadden niet.
Ook dit kan een aanpassing zijn
aan snel opdrogende waterjes,
die door het indrogen hoge
concentraties mineralen kunnen
krijgen. Er zijn gezonde
dikkopjes gevonden bij een
zoutgehalte van 1%. Op de
Zeeuwse eilanden is de
rugstreeppad in ieder geval niet
zeldzaam.
Wanneer u aanvullingen hebt op
de kaartjes, plaatsen weet waar
veel padden worden
doodgereden of zelf een
padden-overzet-actie wilt
beginnen kunt u terecht bij:
Bernard Krebs, Planketent 3,
4458 SE 's-Heer Arendskerke.
Kees Musters. Bellinkstraat 28,
4331 GW Middelburg
C.J.M. Musters is secretaris van
de Herpelologische Studiegroep
Zeeland.
Net als voor andere
amphibiën spelen
drinkputten in het
leven van padden
een belangrijke rol.
Gewone padden.
8