Onderzoek en beleid (Vervolg van pag. 9) Gezien de huidige zeldzaamheid van een aantal karakteristieke kustbroedvogels werd gepleit om naast de huidige beheers maatregelen nog een aantal broedlokaties voor deze vogels te creëren. Ze hoeven niet groot te zijn, als ze maar (nagenoeg) kaal zijn en geïsoleerd liggen voor verstoring door mensen en grondpredatoren. De kans op broedsucces op speciaal daar voor ingerichte lokaties is groot, zoals blijkt uit de aantallen broed- vogels op de vogeleilandjes die de laatste jaren in en rond de Oosterschelde zijn aangelegd. Ook ganzen, en in het bijzonder de rotgans, die wat betreft levenswijze het sterkst aan de kust gebonden is, kwamen op de studiedag uitgebreid aan de orde. Met gerichte beheersmaat regelen blijken grootschalige natuurgebieden een belangrijke opvangfunktie voor ganzen te kunnen vervullen. Vooral de hoogte van het gras, de aan wezigheid van jonge uitlopers en de soortensamenstelling van de grasmat zijn belangrijke factoren voor ganzen om een bepaald gebied al of niet als foerageer- gebied te gebruiken. Deze fac toren kan de terreinbeheerder via de intensiteit van het begrazings- en/of maaibeheer sturen. Uit onderzoek naar terreinkeuze door ganzen is naar voren gekomen dat het gebruik van kunstmest in graslansen, c.q. natuurgebieden, niet nodig is om ganzen te lokken. (Bij overleg bijeenkomsten met de landbouw over ganzenbeheer krijgen de terreinbeheerders nogal eens te horen dat er zonder kunstmest- gebruik geen ganzen in natuur gebieden komen.) Aan het eind van de dag kwam duidelijk naar voren dat gericht onderzoek naar de verspreiding, het gedrag en het aantalsverloop van kustvogels noodzakelijk is en blijft om goede beleids- en beheersbeslissingen te nemen. Dit zeker gezien de andere funkties van het deltagebied, zoals visserij, rekreatie, scheep vaart en landbouw, die in meer of mindere mate met de vogel- René Beijersbergen tijdens zijn lezing over het beheer van dwergsternkolonies. funktie op gespannen voet kunnen staan. Het is dan ook te hopen dat, nu de deltawerken zijn afgerond, de onderzoeks- aktiviteiten van Rijkswaterstaat niet al te ver worden terug geschroefd. Tijdens de studiedag heeft gedeputeerde mevrouw De Vries toegezegd zich in te zetten om de natuurwaarden van de Zeeuwse kustwateren veilig te stellen, zoals bijvoorbeeld bij de herziening van het Beleidsplan Oosterschelde, die in 1992 plaats vindt. Zowel zij, als de dag voorzitter Prof. Van der Aart constateerden echter dat in Nederland de vreemde situatie zich voordoet dat iedereen het erover eens is dat de Bengaalse tijger en de tropische regenwou den behouden moeten blijven, maar dat het veilig stellen van de natuurwaarden van onze kust wateren, noodzakelijk voor de overleving van verscheidene zeldzame en bedreigde vogel soorten, op bezwaren en protesten stuit. Zolang het nog niet lukt onze natuurgebieden van internationaal belang veilig te stellen, hebben wij weinig recht van spreken over de aftakeling van ecosystemen in de derde wereld. De dagvoorzitter Prof. Van der Aart tijdens een koffie pauze. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1991 | | pagina 12