Het ontstaan van het bodemrelief Ie boring 2e boring een laag klei bedekt. Door de sterke stroom in de kreken kon dat daar niet gebeuren. Daar werd aanvankelijk niets afgezet, integendeel. Men neemt aan dat deze trans gressie duurde tot 600 n.C. Gedurende deze eeuwen bleef de toestand niet stabiel.. Het klei- pakket werd steeds dikker en werd zo hoog dat het niet meer bij elke vloed overspoeld werd. Er ontstonden schorren die alleen bij hoge vloeden onder water kwamen. Een gevolg hier van was dat de geulen steeds minder water vervoerden. De stroom werd zo zwak dat op de bodem zand begon te bezin ken en dit verzwakte de stroom verder. Zo vulden de kreken steeds meer op, wat weer een negatief effect had op de stroom- sterkte. Naast zandkorrels wer den nu ook kleideeltjes afgezet, vandaar dat men nu boven in het profiel van de kreek zavel vindt. Wat gebeurde er in de volgende eeuwen? Het zware kleipakket perste het onderliggende veen sterk in elkaar, waardoor de oppervlakte flink daalde. Dit effect werd nog versterkt toen men het veen van onder de kleilaag ging weggraven voor brandstof en zoutwinning, de moernering. Het resultaat is een omkering van het relief, een bodeminversie. De oude kreken bleven als hoge ruggen in het landschap achter. De lage klei- landen. de poelgebieden, konden slecht ontwaterd worden en kwamen 's winters vaak blank te staan. Xa 600 n.C. werd Walcheren langzaam weer bewoonbaar, maar, het duurde nog eeuwen eer het bedijkt werd. Toen de eerste bewoners terugkeerden. was de daling van de poel- gronden al begonnen. De men sen vestigden zich natuurlijk op de veiligste plaatsen, de hoge kreekruggen. Daarop ontston den de dorpen, daarop werden de boerderijen gebouwd en daarop kwamen ook de wegen te liggen. Duidelijke voorbeel den zijn de Noordweg en de Grijpkerkseweg. Te begrijpen is ook, waarom ze zo bochtig waren. Bij de herverkaveling werden veel bochten recht getrokken, werd er veel geëgaliseerd, ook kleine ruggen. Daardoor is er heel wat van het karakteristieke in het landschap verloren gegaan. Dit verhaal is geenszins volledig; dat was ook niet de bedoeling. Die was, een antwoord te geven op de vraag waarom in het profiel van de Oude Vlissingse- weg het veen en de klei ontbreken en dat is hopelijk geluki Oude Vlissingseweg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1991 | | pagina 7