Beheer
De noordse woel
muis; een zeldzame
en bedreigde soort
in Zeeland.
Vindplaatsen van de
noordse woelmuis
in 1990.
aangetroffen
o niet aange
troffen
mond. med.
(betreft voor de
Krammersche
Slikken en de Vent
jagersplaten Cor
Dijkstra (RUG) en
voor de Wester-
schenge Chiel
Jacobusse (Zeeuws
Landschap».
Zie onderstaande figuur voor het
vespreidingsbeeld van 1990.
Gevangen soorten in de
terreinen van „Het Zeeuwse
Landschap"
In de vijf terreinen van „Het
Zeeuwse Landschap" zijn tien
soorten kleine zoogdieren aan
getroffen (zie de tabel op pagina
12). De tabel geeft het totaal
aantal vangsten, dus ook terug
vangsten.
Opgemerkt moet worden dat de
vallen met name in vochtiger
gedeelten (rietland!) zijn uit
gezet, omdat dit gunstig biotoop
voor de noordse woelmuis is.
Hierdoor kunnen soorten van
drogere vegetaties gemist zijn.
In de meeste gebieden zijn vijf
soorten aangetroffen, behalve in
de Yerseke Moer (4) en de Kei
hoogte (6). De Yerseke Moer is
de laatste jaren onderhevig aan
verdroging, met duidelijke
effecten op de vegetatie (mond.
med. Ch. Jacobusse).
Bovendien bestaat het gebied
vooral uit grasland en is er lokaal
vrij intensieve begrazing, wat het
vooral voor de noordse woel
muis minder geschikt maakt.
Ook de Vlietepolder is aanzien
lijk verdroogd. Hier werd de
noordse woelmuis nog in 1984
(Van Wijngaarden Ligtvoet,
1984) gevangen, daarna niet
meer.
Het is wel een interessant gebied
voor bijvoorbeeld de dwergmuis.
Deze soort is er dan ook
gevangen, zij het in zeer lage
aantallen. Dit komt vermoedelijk
doordat hij 's zomers in de
stengelzone leeft, terwijl de soort
's winters meer op de grond
leeft.
Het Weel in de Heerenpolder
herbergt een vrij grote populatie
noordse woelmuizen. De aard-
muis, gevangen langs de Oos-
terschenge, is wel bekend van
Zuid-Beveland. Beide soorten
kunnen dezelfde biotoopkeuze
hebben in een gebied. Wat dat
betreft vormt de aardmuis in
zekere zin een bedreiging voor
de noordse woelmuis.
In de Biesbosch lijkt de aard-
muis, mede onder invloed van
het wegvallen van het getijde-
verschil, zich ten koste van de
noordse woelmuis uit te breiden.
Opvallend zijn verder de aantal
len waterspitsmuizen (algemene
soort met sterke voorkeur voor
helder, enigszins stromend
water) langs de Oosterschenge
en de aantallen huisspitsmuizen
(voorkeur voor droge terreinen)
in vochtig rietland bij het Weel in
de Heerenpolder.
Het beheer in de onderzochte
terreinen van „Het Zeeuwse
Landschap" is divers.
Begrazing vindt plaats met
runderen, paarden en schapen.
Andere beheersmethoden zijn
maaien, hooien en niets doen.
11