De Westerschenge wordt nu groten deels omringd door bouwland. In het kader van het natuurbeleidsplan zullen brede oever stroken een natuurlijke inrichting krijgen. RM: Allereerst moeten de gronden natuurlijk verworven worden. Dit gebeurt op vrij willige basis. Gezien de huidige ontwikkelingen in de landbouw is de verwachting dat binnen de NBP-periode één generatie) voldoende grond te koop komt om de geplande uitbreiding van natuurgebieden te realiseren. Vooral via ruilverkavelings- projekten, waarbij dus in een bepaalde regio met percelen „geschoven" kan worden, zal die grondverwerving gestalte gegeven worden. Vervolgens zullen de verworven percelen als natuurgebied in gericht moeten worden. Soms zal dat, naast omvorming tot grasland en het uitschakelen van het kunstmatig drainage stelsel, niet zoveel ingrepen betekenen, omdat er bijvoor beeld nog veel van de oor- sponkelijk reliëf-verschillen ter plaatse aanwezig is. Biedt de uitgangssituatie niet zoveel perspectief voor natuurontwik keling, dan zullen ingrijpendere inrichtingsmaatregelen netelig zijn. Bijvoorbeeld het opzetten van het grondwaterpeil, het omleiden van sloten of grond verzet om hoogte-verschillen in het terrein te creëren. In zo'n geval zijn met de inrichtingskos ten natuurlijk hogere bedragen gemoeid. Voor dergelijke natuurontwikke lingsgebieden is een forse inrichtingssubsidie beschikbaar, tot maximaal 10.000,- per ha." GJB: ,Je noemde net een bedrag; zal bet Zeeuwse NBPfinancieel realiseerbaar zijn?" RM: „Of het in zijn totaliteit op den duur gerealiseerd zal wor den blijkt natuurlijk pas achteraf. Voor de realisering van de NBP- plannen wordt zo'n 20 tot 30 jaar gezet. Het Rijk heeft voor die realisering vele miljoenen extra uitgetrokken. Bij het overleg tussen het Rijk en de Provincies zijn ook over de financiën dui delijke afspraken gemaakt. De provincies zullen in ieder geval de komende 4 jaar forse, geoormerkte bedragen voor de realisering van het NBP van het Rijk ontvangen. Voor Zeeland zal dit in 1994 al opgelopen zijn tot een jaarlijkse bijdrage van 925.000,- extra. Ter illustratie: het huidige pro vinciale budget voor aankoop van natuurgebieden bedraagt 400.000,- per jaar. Er wordt bestuurlijk door rijk en provincie vanuit gegaan dat de NBP-finan- ciering na de eerste 4 jaar op de zelfde wijze voortgezet wordt." GJB: Tenslotte, boe ziet hel Zeeuwse landschap er in het jaar 2000 uit?" RM: „De NBP-voorstellen zijn recent uitgewerkt en verkeren thans in de overlegsfeer. Op dit moment ligt het accent bij de planvorming. Aan de andere kant kunnen er nu al, als de omstandigheden zich daarvoor aandienen, deelprojekten gerea liseerd worden op basis van bestuurlijke overeenstemming. Bijvoorbeeld binnen lopende landinrichtingsprojekten. Ik denk dat we rond 2000 al flink met de daadwerkelijke uitvoe ring van het NBP op weg zijn en dat er al een aantal nieuwe grootschalige natuurgebieden in Zeeland te zien zullen zijn. Daar zal het landschapsbeeld weer bepaald worden door de plaatselijke milieu-omstandig heden, zoals rietmoerassen in een kwelgebied, graslandheggen op hogere kreekruggronden of struwelen langs heldere beekjes in een duinzoomgebied." „Alhoewel de Natuurbeleids plan voorstellen primair bedoeld zijn om de Nederlandse natuur weer op te krikken, zal het herstel van die karakteristieke landschapsbeelden natuurlijk ook van groot toeristisch- rekreatief belang zijn, waardoor het Zeeuwse imago van schone, groene provincie straks extra onderstreept wordt 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1992 | | pagina 15