elen, zoals de illetjes bij Nisse, narkeren de I taatsen waar oeger een j kdoorbraak is weest. komen. We hebben bijvoorbeeld een wandeltocht georganiseerd ,,loop mee tegen de WOV", waarbij we de mensen hebben laten zien waar de brug precies zou komen. Verder hebben we raadsvergaderingen en vergade ringen van de Provinciale Staten bijgewoond. Éénmaal hebben we spreekrecht aangevraagd en gekregen: twee leden van onze vereniging hebben toen een speech gehouden in Zeeuws kostuum. Fort Ellewoutsdijk hebben we gebruikt om de prijsuitreiking van een door ons georgani seerde kindertekenwedstrijd te houden. Dit in combinatie met een oude ambachtenmarkt." Margot lacht als ze vertelt over de dag dat de koningin 25 jaar getrouwd was. „Ze had de men sen opgeroepen om op die dag bomen te planten. Wij hebben op die dag een lindeboom geplant, exact in het midden van het tracé. Zo van: dit is onze grens. De foto's die daarvan gemaakt zijn hebben we opge stuurd naar koningin Beatrix." Waarom vecht iemand tegen de WOV? Heeft Margot persoonlijke redenen? M.B.: „Ik ben heel erg verknocht aan dit landschap. De rust, de stilte, de ganzen die je hier over hoort komen. Bovendien wordt het hier nog echt donker. In een stad is de duisternis nooit hele maal compleet als gevolg van allerlei soorten verlichting; hier zie je 's nachts echt helder de sterren. Schitterend." Enthousiast vertelt ze dat ze het heerlijk vindt dat er hier niet zoveel mensen zijn. „Vanmorgen nog ben ik op de fiets naar Driewegen gegaan. Op de heenweg ben ik niemand tegengekomen en op de terug weg een vrouw met een hondje. Ik wil de natuur beleven en niet andere mensen. En dan 's zomers! Alle geuren van de natuur: de kruidige geuren langs de dijken en de gewassen die je ruikt bij het land van de boer." Ze kijkt naar buiten en gaat verder: „Ik vind het zo belangrijk om alle stukken natuur intact te laten. Neem de inlaag hier bij Ellewoutsdijk, een heerlijk stilte- gebied en rustgebied voor broedvogels, dat moet gewoon zo blijven. Ik vind het ook erg als terreinen of gebouwen van cultuurhistorische waarde ver pest worden. Alles is zo mooi in zijn oorspronkelijke vorm, maar het lijkt wel alsof er niets karak teristieks overblijft. We moeten de natuur niet verder in de war brengen dan ze nu al is. Dan houdt ze het niet meer bij. Wat te denken van al die kieviten die een bepaald broedgebied hebben en daar het jaar daarna niet meer terecht kunnen omdat er iets is veranderd? Zo wordt de natuur een chaos." We praten nog even verder over het verloren gaan van de varië teit in het hele Nederlandse land schap. Mij is nu in ieder geval duidelijk, waarom ze lid is van de actiegroep. Ik vraag haar of het comité momenteel nog bestaat. „Onze groep is niet opgeheven. Er is inmiddels een coördineren de groep voor de verschillende verenigingen tegen de WOV die als het ware de boel in de gaten houdt. De beslissing in Den Haag is genomen, maar ik vind dat we ons goed geweerd hebben. Als er weer actie te voeren valt dan zijn we er bij." Tot slot mijn vraag hoe ze de toekomst ziet: met of zonder WOV? „Uiteraard hoop ik dat de ver binding er niet komt en als ik eerlijk ben denk ik, dat er niet voldoende financiële middelen zijn om het projekt te bewerk stelligen. En als t'ie er dan toch moet komen waarom dan niet over 25 jaar? Het lijkt wel alsof deze generatie alles af wil maken, alsof alles zo snel mogelijk moet gebeuren. Straks kan het ook nog, er is al zoveel veranderd." Na het interview loop ik via haar tuin naar de straat. De tuin ligt er natüürlijk natuurlijk bij. Ik geniet nog even van de welput, de fazant in de tuin en van het uit zicht. Wat een rust! 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1992 | | pagina 17