Wandelingen door het Zeeuwse Landschap Wi W door Chiel Jacobusse De eendenkooi Anna Jacobapolder De kooi in Een eendenkooi is één brok geheimzinnigheid. De zorg vuldig afgeschermde vang- pijpen, de sluippaadjes door het kooibos en niet te vergeten de stilte, helpen daar allemaal aan mee. Zeker een kooi die - om wat voor reden dan ook - „vang- klaar" wordt gehouden is een wereldje op zichzelf. Zo'n kooi ligt er nog bij Anna Jacobapolder, aan de noord kant van Sint-Philipsland, vlak tegen de Oosterschelde. Eendenkooien zijn een typisch Nederlands bedrijf. Ze stammen uit een middeleeuwse traditie om met list en bedrog eenden te vangen voor de consumptie. De kooi bij Anna Jacobapolder beantwoordt aan het algemene beeld: een door bos omgeven waterplas, in vier richtingen uit mondend in een vangpijp. „Kooien" is een heel ingewik keld vak met eigen traditie en eigen vaktaal. Met wat versimpeling kun je de werking van een kooi ongeveer als volgt voorstellen: op de kooi- plas leven tamme lokeenden, in gezelschap van wilde soort genoten die de kooi als uiter mate rustig broedgebied ontdekt hebben. 's Nachts trekken de eenden op voedseltocht de polder in om in de morgenschemering terug te komen naar de kooiplas, met in hun kielzog hun wilde soort genoten. Door vaste gewoonte getraind zwemmen de lokeenden een vangpijp in, wanneer daar het hondje van de kooiker ver schijnt. Nieuwsgierig geworden wilde eenden zwemmen mee, en dan is het aan het kooihondje om ze met een spelletje verdwijnen en weer verschijnen mee te lokken, de vangpijp in. De eenden van de huisstal kennen het trucje en trappen er niet in, maar hun wilde soort genoten laten zich meelokken. m i wu P3» y'"*" t-ifs De kooiplas mondt in vier richtingen uit in een vangpijp. Halverwege de vangpijp komt ineens de kooiker vanachter het rietscherm, en de eenden vliegen weg naar het einde van de vang pijp. Een onbeplante plek in het dichte bos lijkt een prima ont snappingsroute, maar juist daar mondt de pijp uit in een vang- fuik, waar ze geen kant meer opkunnen. Over „de pijp uit gaan" gesproken! De kooi van Anna Jacobapolder wordt in vangklare toestand gehouden, en dat is ook voor de natuur niet onbelangrijk, omdat daarmee het in de wet verankerde „afpalingsrecht" in stand blijft. Dat houdt in dat in een wijde cirkel rondom de kooi geen verstorende activiteiten ont plooid mogen worden. Maar kom. laten we eens gaan kijken wat de natuur in de eendenkooi te bieden heeft. Zodra je het erf opkomt klinkt het felle gekef van „Mycoll" het kooihondje. Hij danst speels om de bezoeker heen. maar pas op. Wie al te familiair wordt kan op een fikse knauw rekenen. En daar dwarrelt zowaar een kleine vos, zo op het oog nog wat aarzelend, nauwelijks bekomen van de lange winter slaap. Nu naar de eerste vangpijp. Hier is het zaak om je echt gedeisd te houden; ieder takje wat kraakt is er één te veel. Kijk daar nou toch. Aan de rand van het kooibos zijn twee fazantehanen slaags geraakt. Ze springen woest tegen elkaar op en de veren stuiven in het rond. Als je niet al te opvallend nadert vechten ze gewoon door, alles en iedereen om zich heen vergetend. Het altijd weer op laaiende gevecht om het recht van de sterkste. Vertrekpunt excursie. We lopen langs het met klimop begroeide oude kooihuisje, achterom de werkschuur naar de notenwei. Tussen de jonge note- bomen bloeien de voorjaars bloemen en hommels en bijen zijn er als de kippen bij om mee te doen aan het lentefeest. AnnaJacobajWlder 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1992 | | pagina 4