Uit het jaarverslag 1991 - - r; - door M. Jacobusse Op het eerste gezicht is het jaarverslag van Het Zeeuwse Landschap „zware kost". Een opeenvolging van lijsten en cijfers, gevolgd door een beknopt overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in de verschillende regio's. En dan tot slot een set bijla gen met een opsomming van inventarisatie- en telgegevens uit verschillende terreinen. Nogmaals, niet direct stof voor een avondje lekker lui lezen. Toch gaat er achter alle feiten en cijfers een geweldige ontwikke ling schuil. De oppervlakte vei liggesteld natuurgebied steeg met bijna 20% tot 5656 hectare, dat wil zeggen ruim 56 vierkante kilometer of anders gezegd ongeveer gelijk aan een kwart van de landoppervlakte van Wal cheren. De grootste terreinuit breiding vond plaats bij Sint Phi- lipsland, waar bijna 600 hectare in het Krammer-Volkerak werd veiliggesteld op de Slikken van de Heen en de Plaat van de Vliet. Beide zijn het drooggevallen in- tergetijdegebieden, waar door de aanleg van de Philipsdam een snelle verzoeting optreedt. Het gebied werd in erfpacht ver kregen van de Staat, zodat voor de veiligstelling geen aankoop subsidies nodig waren. Datzelfde geldt voor nieuw ver worven slikken en schorren rond Sint Philipsland, het duinland schap op Neeltje Jans en een aan het Verdronken Land van Saef- tinghe grenzend stuk zeedijk. Dankzij aankoop werden be staande reservaten in Sint Philips land, Noord- en Zuid-Beveland en West-Zeeuws-Vlaanderen uit gebreid. Nieuwe reservaten kwamen tot stand op het Platte van Walcheren en in de Blikken in West-Zeeuws-Vlaanderen. Totaal was met de aankopen een bedrag gemoeid van bijna 1,2 miljoen gulden, terwijl voor nog eens anderhalf miljoen gulden verplichtingen werden aange gaan voor aankoop in 1992. Een enkele uitzondering daar gelaten worden aankopen ge subsidieerd door de rijks- en provinciale overheid. Voor uit breiding van het reservaat in de Kievittepolder bij Cadzand kon een beroep gedaan worden op de Stichting Steunfonds van Het Zeeuwse Landschap. Met de exploitatie was een be drag gemoeid van 1.910.347,-. Omgerekend is dat nog geen drie-en een halve cent per vier kante meter natuurgebied, waarvoor behalve het dagelijks beheer en de bewaking ook de beleidsmatige bemoeienissen, de administratieve rompslomp, de betaling van waterschapslasten en belastingen, het onderzoek aan de natuurwaarden en een heel scala van voorlichtings- aktiviteiten uitgevoerd worden. Naast 18 vaste personeelsleden waren daarvoor meer dan 80 vrijwilligers aktief. Ruim de helft van de vrijwilligers hield zich (mede) bezig met het leiden van de in totaal 550 excursies in de terreinen. Het aantal excursie deelnemers bedroeg ruim 15.000. De landelijke en provinciale overheid subsidieerden in 1991 gezamenlijk 63% van de exploi tatiekosten. De overige 37% is afkomstig uit terreinopbrengsten en vrijwillige bijdragen in de vorm van donaties, schenkingen en sponsoring door het bedrijfs leven. Dankzij een geslaagde mailing ter gelegenheid van het 55-jarig bestaan van de Stichting, steeg het aantal donateurs met 50% tot ca. 8300. Ruim 50 Zeeuwse bedrijven na men deel aan een sponsoraktie voor de financiering van de jubileummailing. Al met al raakt Het Zeeuwse Landschap steeds sterker verankerd in de samen leving, en daarmee minder af hankelijk van de overheid. De kern waar het bij Het Zeeuw se Landschap allemaal om draait vormen uiteraard de instandhou ding van het landschap en het behoud en de versterking van de natuurwaarden. Daarom tot be sluit een aantal vermeldenswaar dige waarnemingen en gegevens uit onze natuurgebieden. Op de Wallen van Retranche- ment werden 50 roepende boomkikkers geteld; in de Kie vittepolder 32. Voor de Kievitte polder betekent dit een fikse toe name die rechtstreeks te danken is aan het herstel van oude en de aanleg van nieuwe drinkputten. Totaal konten in de Kievitte polder nu 7 amfibieënsoorten voor! Een broedvogelinventarisa- tie in het Verdronken Land van Saeftinghe leverde onder meer 80-85 paar blauwborsten, 10 paar bruine kiekendieven en zeven paar baardmezen op, naast een sterke toename van het aantal broedparen van schol ekster en tureluur. In de Yerseke Moer werd het ganzenopvangbeleid met succes voortgezet. Het seizoensmaxi mum van de kolgans werd be reikt in januari met 9800 exem plaren. Samen met andere soorten, zoals rotgans, verbleven in het gebied ver over de 10.000 ganzen. De drooggevallen gronden in het Krammer Volkerak leverden nogal wat botanische verrassin gen op. De vondst van Bitterling op de Slikken van de Heen en Parnassia op de Plaat van de Vliet vormden daarbij de hoog tepunten. Een tegenvaller was het magere broedsucces van de dwergsterns op de Hooge Pla ten. Daar staat tegenover dat de vogeleilanden in de inlaag 's-Gravenhoek en op Neeltje Jans goed bezet waren (samen zo'n 150 paar visdieven en dwergsterns). Wel is ook daar de ervaring opgedaan dat een aan zienlijk deel van de broedsels niet tot een goed einde komt! De bescherming van kustpio- niervogels vergt zeker onze blijvende inspanning. De toena me van de veiliggestelde terrei nen, de sterke groei van onze achterban en de inzet van alle vrijwilligers geven het volste vertrouwen dat het ook in de toekomst moet lukken om ons landschap, met heel zijn rijk geschakeerde flora en fauna, op peil te houden. De Slikken van de Heen; het grootste natuurgebied dat in 1991 door de Stichting werd verworven. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1992 | | pagina 10