Betekenis van de Zeeuwse dijken voor natuur en landschap doorjos Hoogveld Ontstaan Waarde voor de natuur Landschappelijke betekenis Geen Zeeland zonder dijken. Dit geldt niet alleen voor de mensen die er wonen. Ook voor de Zeeuwse natuur en het Zeeuwse landschap zijn dijken van levensbelang. Behoud en ontwikkeling van natuur- en landschapswaar den van dijken is een voort durende bron van zorg, maar ook van inspiratie. Sinds de late middeleeuwen wordt het land in Zeeland met dijken tegen de zee beschermd. De oudste polders die bij deze bedijking ontstonden zijn veelal groot. Voorbeelden hiervan zijn Walcheren en Schouwen. Wanneer rond ingedijkt land schorren hoog genoeg opgeslibd waren, werden deze met een nieuwe dijk omgeven. De nieuwlandpolders, die zo ontstonden, zijn kleiner van om vang. Bekend om de vele kleine nieuwlandpolders is de Zak van Zuid-Beveland. Kenmerkend is ook de ronde dijkenstruktuur rond het voormalige eiland van Cadzand. Sommige dijken hebben ook een krijgskundige functie gehad. Dit is vooral het geval met de liniedijken in Zeeuws-Vlaande ren, die uit de tachtigjarige oor log stammen. Ze waren met ver dedigingswerken versterkt, zoals de vesting Retranchement en de nog bijzonder gave fortenlinie ten zuicien van Axel. direktie Bos- en Landschaps bouw een beplantingsstruktuur ontworpen. Hierbij worden de dijken die oudste polders Om geven beplant met bomen met een lange levensduur, zoals iepen, essen en eiken. Op dijken van jongere datum plant men bomen die een kortere levens duur hebben, populieren of wil gen. Omdat bloemdijken slecht te kombineren zijn met boom beplanting moet er vaak een afweging tussen bloemdijk en boomdijk gemaakt worden. Dijken ontlenen hun betekenis voor de natuur vooral aan het voorkomen van bijzondere plan- tesoorten. Dijken waar deze voorkomen worden bloemdijken genoemd. De soorten die je er aantreft horen over het algemeen thuis op kalkrijke, droge en war me standplaatsen. Ze groeien dan ook meestal op de zonnige zuid- en zuidwestzijde van dij ken. Er zijn bij de bloemdijken ver schillende vegetatietypen te on derscheiden, afhankelijk van zwaarte van de bodem en de wijze van beheer. Op dijken met een vrij zandige bodem komt een vegetatie voor met veel geel walstro en kruisdistel. Plaatselijk groeien er kleine klaversoorten (ruwe, gestreepte, ondergrondse klaver en kleine rupsklaver) en tijmsoorten. Dit vegetatietype komt vooral op Schouwen-Duiveland en rond Retranchement voor (erg fraai op de wallen!). Op meer zavelige dijken komen vegetaties met wilde marjolein en agrimonie voor. Dun gezaai de soorten in dit type zijn o.a. moeslook, glad parelzaad, don derkruid, ruige anjer en niet te vergeten de wollige distel (bin nen Nederland alleen in de Zak van Zuid-Beveland!). Deze vege tatie is vooral aan te treffen in de Zak van Zuid-Beveland, Tholen, Oost Zeeuws-Vlaanderen en rond Philippine. Een derde type groeit op klei grond. Kenmerkend zijn knopig doornzaad, blauw walstro en gevlekte rupsklaver. Op enkele plaatsen groeien hierbij grote zeldzaamheden als Vlaamse pe terselie (internationaal bedreigd!) en akkerdoornzaad. Dit type komt, verspreid door Zeeland, vooral op jongere dijken voor. De meest hierboven genoemde soorten staan op de rode lijst van bedreigde Nederlandse plante- soorten. Rode lijstsoorten wor den op dijken in grote dicht heden aangetroffen. Veel van deze soorten komen binnen Nederland verder alleen in Zuid Limburg en het oostelijk rivieren gebied voor. In plantegeogra- fisch opzicht sluit de Zeeuwse dijkflora en -vegetatie nauw aan bij vergelijkbare milieus in Noordwest Frankrijk en Zuidoost Engeland. De dijkenstruktuur is een blij vende, voor ieder zichtbare, her innering aan de inpolderings geschiedenis van Zeeland. Dijken zijn dan ook van zeer grote kultuurhistorische beteke nis. Mede door de vaak aan wezige boombeplanting is ook de belevingswaarde groot. Het landschap wordt er meer besloten en kleinschaliger door. Om de ontstaansgeschiedenis van dijken duidelijker zichtbaar te maken is door de voormalige Wilde marjolein; een wettelijk beschermde dijkplant. 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1992 | | pagina 20