Boomkikkers
door René Beyersbergen
De boomkikker scoort hoog in de belangstelling van her-
petologen, beleidsmakers en natuurbeschermers en dat houdt
ongetwijfeld verband met het uiterlijk, de leefwijze en de
zeldzaamheid van onze meest bedreigde inheemse kikker
soort. Maar binnen West Zeeuws-Vlaanderen heeft de boom
kikker ook een grote bekendheid bij een veel breder publiek
- denk maar eens aan kikkerstad Aardenburg.
Dit is niet moeilijk te verklaren,
want de leefomgeving van dit
diertje valt voor een groot deel
samen met die van ons, waarbij
de stedelijke omgeving niet ge
schuwd wordt. Met name rond
de vestingswerken van Aarden
burg en Retranchement zijn nog
boomkikkers te vinden.
Overdag leidt de boomkikker
een allesbehalve verbolgen be
staan en wordt zelfs in particu
liere tuinen aangetroffen, zomaar
op de bladeren.
Het aardige is dat ze veelal dage
lijks op dezelfde plekjes worden
gezien om zich te koesteren in
de zon.
Eigenlijk heel ongewoon voor
een kikker. Overwinteren doen
ze bovengronds, waarbij ze ge
bruik maken van wat wij achter
laten: houtstapels, compost-
hopen, blinkertjes. Er is wel eens
met vijf graden vorst een boom
kikker in een lege fles aange
troffen en overwinterde daar
zonder problemen!
In afwijking tot andere kikker
soorten houdt de boomkikker er
een merkwaardig bestaan op na,
dat het diertje - fysiologisch ge
zien - tot grootse prestaties
noopt. Het diertje overwintert
dus bovengronds, komt alleen in
de voortplantingstijd en dan nog
alleen 's nachts naar het water,
maar verblijft in de zomer tussen
het gebladerte van struiken.
Om zich door het struikgewas te
kunnen bewegen is het diertje
uitgerust met een verbreding aan
het einde van de tenen, die als
hechtschijfjes kunnen fungeren.
Daarmee is de boomkikker zelfs
in staat tegen vertikaal geplaatste
gladde oppervlakken roerloos te
blijven zitten. De gifgroene kleur
maakt de boomkikker onzicht
baar in een decor van braam-,
rozen- en meidoornstruiken.
In het struikgewas worden plaat
sen opgezocht die zeer warm
kunnen worden en normaal leidt
deze leefwijze tot een groot
vochtverlies. Het is echter ge
bleken dat vooral plaatsen waar
warmte en hoge luchtvochtig
heid samen gaan de voorkeur
hebben.
We moeten de boomkikker dus
zoeken op meer moerassige
plaatsen. Wei is het van het
grootste belang dat het water
zoet is.
Verder zijn er natuurlijk de ge
bruikelijke eigenschappen die
met andere kikkersoorten over
eenkomen, zoals de uitwendige
bevruchting, de ei-afzetting in
het water, de larvale periode in
de vorm van vrijzwemmende
dikkopjes en de metamorfose
naar miniatuur kikkertjes.
In de schemering en
nacht laten de
boomkikkers hun
vèrdragende
gekwaak horen.
5