Het rijtje kan worden afgemaakt door: verzuring door industrie, versnippering door infrastruk- tuur en verstoring als gevolg van recreanten, vliegtuigen en de wind. Belangrijk opvallend gegeven hierbij was zijn opmer king dat de zeldzaamheid van een bepaalde vogelsoort niet altijd samenhangt met de mate van verstoring. Met betrekking tot de verstoringsgevoeligheid van diverse vogelsoorten vertel de hij: „een kievit die op 70 meter afstand een wandelaar aan ziet komen slaat op de vlucht. Voor een auto geldt een afstand van 2000 meter. Bij de gmtto liggen deze afstanden op resp. 100 en 2000 meter." Ook inter- getijde-gebieden passeerden de revue. Twee soorten verstorin gen die hier kunnen optreden: bij de hoogwatervluchtplaatsen en tijdens het fourageren. Dit is zeer ongunstig voor de trek vogels. ..Het is een extra aanslag op hun energievoorraad en bovendien moeten zij hun rust periode optimaal gebruiken om „trekvet" op te bouwen voor de duizenden door hen af te leggen kilometers." Hij is van mening dat de grenzen van de veerkracht van de natuur in de gaten gehouden dienen te worden. Dankzij de natuur beschermingswet kan zonering (bv. aanleg van wandelpaden) plaatsvinden. „Maar waar we de mensen de vele mogelijkheden kunnen toestaan, moet dat zeker gebeuren." De tweede spreker was Teun van Elsacker, dienstencoördi nator bij de VW, bemiddelaar tussen Zeeland als toeristisch produkt en de klant. ..De grens tussen zee en land is het interessantste gebied voor de toerist en trekt enorm. Helaas gaat het hier vaak ook om de kwetsbaarste gebieden. Omdat er een merkbare ver schuiving is van de „bruinbak" Landlust in herfsttooi. toerist naar een actievere vakan- tievierder verandert de funktie van de VVV mee. We heten de mensen die graag fietsen, wandelen en geïnteresseerd zijn in cultuur en historie van harte welkom, doch men dient zich aan de (natuur)regels te houden." Het VW-beleid speelt nu ook meer in op de natuunninnende toerist. Onder het Provinciaal Beleidsplan Recreatie en Toe risme (PBRT) vallen onder meer: opzetten van wandel- en fiets routes, het aanbieden van natuurarrangementen, organi seren van gidsencursussen en vanaf januari is er het plan een gidsendienst operationeel te laten zijn. „Aan de wens van een groep toeristen die een natuur- excursie aanvraagt zou dan bijvoorbeeld door een natuur- gids van Het Zeeuwse Land schap voldaan kunnen worden." Na een uitgebreide lunch die ons voldoende energie verschafte voor de op handen zijnde excursie zetten we koers naar de plaats van de rondleiding: De Westerschenge. Dit natuur gebied is in 1978 door Het Zeeuwse Landschap aangekocht en is omgezet in grasland. Door een maaibeheer te voeren wil men terug naar de situatie van vóór de tweede wereld oorlog: een krekengebied dat later wellicht verbonden kan worden met de Oosterschenge. Maar voorlopig dus nog een laag grasland. De vele meegenomen en om de nek bungelende verrekijkers bleken goed van pas te komen. Nauwelijks ter plaatse gearri veerd werden er reeds bntine kiekendieven, blauwborsten en rietgorzen gesignaleerd. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1992 | | pagina 10